21 december 2006

"Lichamen: de uitspatting"

Zaterdagochtend liep ik om kwart over tien de trap op naar spoor vier, toen ik mijn trein zonder mij naar Amsterdam Centraal zag vertrekken. Gelukkig gaan ze hier vier keer per uur, een luxe die ik in Anna Paulowna en Schagen niet gewend was. Om half elf nam ik de trein, waardoor ik om vier over elf, vier minuten na het afgesproken tijdstip, Tera begroette en met haar werkgroepmensen kennismaakte. Na tussen alle toeristen in bij het VVV gestaan te hebben, waar beweerd werd dat de kaartjes in De Beurs van Berlage zelf goedkoper waren, liepen we daar, via de grote weg naar de Dam, naartoe. Ook daar moesten we tweeeneenhalve euro servicekosten per kaartje extra betalen. Ik hoop voor de vrouw die het kaartje aan ons gaf, wat de enige service was, die tweevijftig zelf mag houden. Dan kan ze na deze tentoonstelling met pensioen.

Na een hoop gedoe bij de garderobe mochten we naar binnnen. Het was de moeite waard. Duidelijk was te zien hoe allerlei spieren, botten en zenuwen, die ik juist de laatste weken heb leren kennen, lopen, en wat er onder zit. De lichamen waren in verschillende sportieve houdingen tentoongesteld. Zo was er een voetballer, tennisser en darter. Er waren ook preparaten waar je alleen de loop van de bloedvaten zag, wat er erg artistiek uitzag. Het viel op dat een groot deel van het publiek een medische achtergrond had. Dat was te merken aan alle termen die over de vloer gingen. In de zalen stonden mensen om vragen te beantwoorden, waarvan een vertelde dat geregeld een specialist een af andere detailistische vraag aan hun stelde, alleen om te showen hoeveel kennis zij hebben. Eén lichaam was in een heleboel plakjes gesneden, waardoor je op allerlei hoogten de doorsnede kon bekijken.

Na de tentoonstelling liepen we naar het La Place restaurant, waar we al dan niet met een (groot) broodje en een sapje gingen zitten. Omdat een van de meiden zondag jarig zou zijn, hadden ze een grote ronde (lekkere) cake, een bus slagroom en meer dan 20 kaarsjes meegebracht. Ze blies de twintig aangestoken kaarsjes in een uitademing uit waarna we samen minder dan de helft van de cake opaten. Tera en ik hadden afgesproken dat ik, bij gebrek aan Wouter, de wisseltruc zouden uithalen, wat erop neerkomt dat ik, na mijn portie opgegeten te hebben, haar stuk meepak, maar mijn punt was al meer dan genoeg.

Hierna hebben we nog even geteld hoeveel H&M's er in de Kalverstraat gevestigd zijn, waarna we weer door onze treinen gescheiden werden.

17 december 2006

Toch even in Amstelveen

Vrijdag ochtend had ik slechts één uurtje college. Daarna stapte ik in de trein naar Amsterdam Zuid/WTC waar ik de bus pakte naar halte gan hasjalom in Amstelveen. Ik had natuurlijk geen idee waar die halte zich bevond en ik was ook al niet zo vooruitdenkend geweest om uit te zoeken hoe de halte voor mijn halte heette. Deze techniek heeft echter al vaker gewerkt, slechts één keer was ik na mijn halte in Daalmeer gemist te hebben bij wijze van spreken al halverwege Koedijk voordat de buschauffeur mij aan de kant van de weg afzette.

Ook deze keer wist het toeval mij te redden. Omdat de tijdsaanduiding op mijn telefoon mij zei dat ik toch zo'n beetje bij de goede halte moest zijn hield ik mijn hand twijfelend bij de rode knop die zich boven de leuning van de stoel van het meisje voor me bevond. Zij had haar hand ook naar de knop toe gestrekt, maar trok hem weer terug omdat de mijne zich daar al bevond. Toen ik besloot toch niet te drukken sloeg zij haar slag, wat mij een mooie gelegenheid gaf om te vragen welke halte dat was, waar zij eruit wilde. Zoals mijn geluk vaker voor mij regelt vormden haar vertwijfelde opeenvolging van klanken die samen de vreemd gekozen haltenaam. Daarom stapte ik, de chauffeur bedankend, achter haar aan uit de bus, waar zij gebruikmakens van vier benen wegliep.

Ik raadpleegde mijn kaartje en liep richting mijn doel. De doodlopende straat waar ik moest zijn stond aan weerszijden vol met moderne grote kantoorcomplexen. De eerste kast bleek nummer vier te zijn, dus ik liep over de brede stenen treden naar de glazen draaideur, waardoor ik mezelf naarbinnen duwde. Bij binnenkomst zag ik een verbaasde receptioniste van midden vijftig die haar ogen op mij vestigde. Terwijl ik richting haar balie liep zei ik dat ik van studentalent kwam. Zij wist van niets en liet merken het onprettig te vinden niet ingelicht te worden als er mensen komen. Pas na het derde nummer dat ze gedrukt had kreeg ze iemand aan de lijn die wel van mijn komst wist. Dat was namelijk iemand van het bedrijf dat zij ingehuurd hadden om het kerstdiner te regelen en te begeleiden. Ik was (zover ik wist) ingehuurd om te helpen met de opbouw van dit diner. De receptioniste wist te melden dat zij, omdat ze de vorige dag al voldoende werk hadden verzet, hadden besloten om pas om twaalf uur te beginnen. Hier kon ik mij natuurlijk niet heel erg druk om maken; een uurtje betaald krant lezen en warme koffie en chcolademelk drinken vind ik geen groot probleem. Ik zat op een goede stoel aan een grote ovalen tafel waaraan nog zeven stoelen stonden. Tegenover mij zat in één van de drie wellicht prijzige rode vierkante blokkerige design fauteuls Ronald McDonald van het uitzicht te genieten. Links naast hem was de brede rondgaande trap die zich tot de vierde verdieping in deze ontvangsthal bevond. Op de tafel stonden drie standaards waarop drie grote koptelefoons hingen, waaruit ik geluid meende te horen. Uit de koptelefoon die ik probeerde meende ik vogelgefluit te ontvangen. Rechts van de deur stond een blanco NS-bord, die door verschillende werknemers bewonderd werd. Wellicht zal er een tekst op komen te staan in de trend van: "DDB Centraal" of iets dergelijks, want DDB is de naam van het moederbedrijf dat zich samen met zijn dochters in dit pand bevindt.

Na een kwartiertje bood de receptioniste me de mogelijkheid om links de gang door te lopen en aan het einde van de gang aan de rechterhand een bakje koffie voor mezelf in te tappen. Uiteraard pakte ik deze gelegenheid om op eigen houtje dit gebouw te verkennen met beide handen aan. In de gang aan de rechterhand bewonderde ik aan de rechterkant door de glazen buitenwand het spel van vijf pilaren van opgestuwd water, aan de linkerkant zag ik door negentig graden opengedraaide stukken wand en verderop door glazen wanden werknemers zitten. Een aantal van de ruime kantoorruimtes waren voorzien van groten plasmaschermen, stereos en leuke entourage. Deze jonge mensen hadden niet de slechtste kantoorbaantjes. Het koffieapparaat stond in de ruimte waar ook het kerstdiner gehouden zou worden. De beperkte ruimte, lang niet de hele zaal werd gebruikt, werd grotendeels gevuld door acht grote met warme kleuren opgetogen kerstbomen, die als het ware een haag om de met vijf statafels gevulde ruimte in het midden vulde.

Met koffie, de metro en later chocolademelk en "Neurologie" bracht ik mijn eerste werkuur op een zeer aangename wijze door, terwijl verschillende mensen mijn leven in en uit liepen. Verschillende werknemers, waaronder een vrouw die vandaag voor het laatst was, maar verzekerde dat ze de anderen nog eens zou spreken. Een man die met een bestelbusje een autovoorruit kwam brengen en deze op aandringen van de receptioniste uit het zicht achter een andere balie in de hoek zette. Ook een chagrijnige krantenbezorger, die een stapel kranten op de ovalen tafel kwakte, en een vrolijke postbezorger. Iemand had met een blauwe bestelbus een pallet papier afgeleverd, waar de twee receptionistes zonder controle voor getekend hadden, wat de baas duidelijk niet kon waarderen, omdat hij vermoedde dat er minder geleverd was dan beloofd.

Om kwart over twaalf kwamen de man en de vrouw die mij hadden ingehuurd. Toen ik bij ze bij de balie stond zag ik de tweede receptioniste haar decemberkalender krassen. Samen met de man heb ik stoelen, vaten bier en kaarsjes uit de vrachtwagen geladen, die we met de lift van de parkeergarage naar de eerste verdieping brachten. Na deze klus en het aansluiten van een vat bier vulde ik de koelkast met frisdrank. Daarna gingen we lekkere broodjes halen, die wij als catering van de cassiere zo meekregen. Ondertussen hoorde ik anderen over decemberkalenders praten; het was blijkbaar een kerstgeschenk voor al het personeel.

Verder heb ik me vooral beziggehouden met het zoeken van werk, wat me vrij gemakkelijk afging. Om twee uur kwamen twee mensen om het podium op te bouwen en een sterrenhemeldoek op te hangen. De barman, die om half drie aanwezig was, verveelde zich ook al gauw, maar de twee koks begonnen al lustig vlees te braden en kalkoen voor te bereiden. Vanaf half vier kwamen andere mensen die het feest zouden begeleiden, dus toen werd het nog gezelliger. Al snel hadden zij hun zwarte kleding aan, waardoor ik behoorlijk uit de toon viel.

Toen ik om kwart over vier vroeg wat ik kon gaan doen zei de vrouw mij dat ik me ook wel mocht gaan omkleden. Ik vertelde haar dat ik, zover ik wist, slechts tot vijf uur ingehuurd was, waarop zij haar lijstje erbij pakte en mij liet zien dat zij tot één uur 's nachts iemand besteld hadden. Diep geschokt heeft ze mijn uitzendbureau gebeld die haar geruststellend zei dat er om vijf uur een andere student zou komen. Gelukkig maar... Volgens de man had ik pas om twee uur moeten komen. Maar ik had daar allemaal geen weet van gehad, dus mij gaven ze geen commentaar. Daarna heb ik met veel gemors geholpen de welkomstdrankjes van Wodka, Bacardi of Bacardi Limon te voorzien, die door mijn collegas van een uurtje werden aangevuld met rood sap, wat een van mijn collegas zich aan een Coeberghtrauma deed herinneren. Ze zei dat het eerst haar favoriete drank was, totdat ze op een avond blijvend verzadigd was geraakt.

Na de handtekening ontvangen te hebben nam ik de benenwagen, tram en trein vanaf Sloterdijk naar Anna Paulowna, wat ik later die avond in tegengestelde richting nog eens over deed, maar dan weer naar Leiden.

Eerste acute situatie


Afgelopen donderdag mocht ik weer werken. Nadat ik aan de patiënten eten had uitgedeeld, nam ik samen met het andere personeel de gelegenheid ons te voeden. Ik waagde me aan een patiëntenmaaltijd, waarover de anderen, op het moment dat ik er al van aan het eten was, dat hij gehomogeniseerd was. Het gleed zonder problemen naar binnen en het zorgde er ook voor dat ik het nu waardeer als de groenten op mijn bord herkenbaar zijn.

Na de maaltijd gingen we door met de (door mij gezette) koffie. Zoals iedere avond is het tijdens het eten en de koffie van het personeel een komen en gaan van verplegers. De patiënten bellen er lustig op los; ook als je koffie zit te drinken. We hadden al vreemde geluiden uit de kamer, grenzend aan de overnameruimte waar we zaten te drinken, horen komen. Daarom waren al twee verpleegsters daar polshoogte gaan nemen. Daar lag een man die een laryngectomie zou ondergaan. Dat houdt in dat een zwelling in de bovenste luchtwegen operatief verwijderd zou worden. Nu waren zijn zusters op visite. Hij wilde opstaan, maar daardoor werd hij erg benauwd. Daarom probeerden de twee zusters het een en ander uit zijn luchtpijp weg te zuigen, maar dat lukte niet. Vanuit de overnameruimte, waar ik samen met twee verpleegsters nog rustig koffie zat te drinken, hoorde een van de twee dat de verpleging in de aangrenzende kamer een bepaalde dokter wilde bellen. Daarop gingen wij ook maar een kijkje nemen. Op de gang zag ik de anders vrij relaxte collegas haastend dingen bij elkaar rapen, telefoontjes plegen en heen en weer rennen. Daarom besloot ik dat het nuttigste wat ik kon doen was niet in de weg lopen. Ik ging door met mijn gebruikelijke werkzaamheden, afwasmachine uitruimen en bekers bij de (overige) patiënten ophalen, terwijl mijn zojuist ingeschonken kopje thee, naast de mok koffie van mijn voormalige buurvrouw, stond koud te worden. Tijdens mijn werkzaamheden kwamen verscheidene mensen langsgerend, al dan niet een kar met apparatuur voor zich uit duwend. Het reanimatie team kwam als eerste. Daarna volgden twee anesthesisten, voor het geval er een spoedoperatie moest plaatsvinden, en twee artsen. Vooral de blauwe pakken van de anesthesisten maakten dat de normaal gesproken redelijk vredige patiëntenkamer er als een operatiekamer uit zag. Toen de man rustig geworden was werd er een operatiekamer geregeld en na een half uurtje mocht hij onder het mes. Om een uur of half tien kwam hij weer terug op de afdeling.

Verder mocht ik een speurtocht naar de Maag, darm, lever afdeling maken, met als missie om voor de vrouw wiens maaltijd ik naar binnen heb geslobberd (ze mag alleen maar vloeibaar) een aantal pakjes en flesjes van bepaalde medische merken drinkwaren te regelen. Een collega had beweerd dat ik naar de negende verdieping in de buurtoren van het ziekenhuis moest, maar daar gestrand las ik op het bord naast de lift dat mijn doel zich op de achtste verdieping bevond, waar ik zojuist vandaan gekomen was. Ondanks dat heb ik mijn missie toch kunnen volbrengen.

Van half tien tot kwart over tien heb ik samen met een verpleger een poging gedaan om de kunstkerstboom, die de vrouw die bij mijn sollicitatie aanwezig was al rechtop had gekregen, verder op te tuigen, maar na drie kwartier hadden we hem nog steeds niet opnieuw rechtop gekregen; tijdens het eerste moment dat ik naar de verzameling plastic wees was hij ogevallen. De stam/stalen buis was met dit systeem niet goed in het voetstuk te plaatsen, ook niet na de omliggende open ruimte met papieren handdroog doekjes gevuld te hebben.

11 december 2006

...met grote plannen!

Er was eens een jongen die de wereld wilde verkennen. Niet alleen de wereld trouwens; ook zijn soortgenoten die erop rondlopen wilde hij leren kennen. Hij was er al eens achterkomen wat daarvoor een handige manier is. Afgelopen zomer was hij naar de bush bush van Kroatië afgereisd en had daar, door samen te werken met andere vreemdelingen en de inheemse bevolking, andere vreemdelingen en de inheemse bevolking leren kennen!

Dat moeten we vaker doen, dacht hij toen, en vrij vlot na zijn thuiskomst begon hij andere mogelijkheden te overwegen. Hij was van plan om zich later voor andere mensen in te gaan zetten. Om dat te optimaliseren was het natuurlijk een goed idee om nu alvast veel te oefenen! Toen kreeg hij zomaar drie lege weken tot zijn beschikking! 1+1=2: Vol plannen plannen dus!

Een paar jaar geleden had hij als toerist al eens aan Roemenië mogen ruiken. De geur had zijn actieve geheugen nog niet verlaten. De vorige keer had hij het land met Nederlandse mensen bekeken; nu wilde hij dat wel eens met Roemeense mensen doen, zodat hij niet alleen in Roemenië zou zijn, maar dat de Roemeen ook een stuk van hem in zou nemen. Daarbij wilde hij hen nog wat brengen ook, want door voor hen en met hen te werken wordt de Roemenië ervaring zo intens als maar kan.

Maarja, dan moet dat nog wel even geregeld worden. De omwegen hielpen niet. De Nederlander antwoordde, maar de persoon aan wie hij mijn boodschap had doorgemaild niet. Ook de Amerikaan antwoordde, maar ook dat bericht is niet op de juiste manier de Roemeense grens overgekomen. De Duitse vrouw antwoorde mij ook. Positief zelfs. Maar na overleg met de administrator waren ze overeen gekomen dat er in de periode die ik beschikbaar had niets te doen was.

Ik besloot niet eenkennig te zijn en naast dakloze kinderen ook een poging te doen om straatloze* kinderen te gaan helpen. Ik kwam een huis tegen in Brasov (200 kilometer boven Boekarest) waar men mensen van alle leeftijden door hun laatste levensdagen heen begeleid en probeert er een mooi eind van te maken. Het is het eerste verpleeghuis van Roemenië, opgericht na de val van het dictatoriale regime zeventien jaren geleden, waar men zich bezighoudt met palliatieve sedatie. Ik verwacht dat de voordelen van deze mogelijkheid zijn dat het wat meer overeenkomt met de instellingen waar ik later wellicht zal werken, in vergelijking met instellingen die zich met straatkinderen bezig houden, dat ze zich met vrijwilligers zoals ik inlaten, wat geloof ik bij de andere organisaties niet zo gebruikelijk was, en dat ze gereageerd hebben. Alleen de vrouw die zich met volunteers bezig houdt komt vrijdag pas weer op kantoor, maar dan zou ze mailcontact met me opnemen.

We zullen zien!

* Quotation

Domme eersteklas (pre)dokter...

Ik had zo'n leuk cadeau...
Zondagochtend fietste ik met relatief weinig moeite naar het ziekenhuis, terwijl ik me bedacht dat ik nog niet vaak op zondagochtend zo op tijd uit bed gegaan was. Ik hield mijn weekendtas, halfopen door de grootte van mijn surprise, met mijn rechterarm op mijn bagagedrager in evenwicht, terwijl ik met dezelfde hand ook nog de grote rechthoekige doos, bevattende het cadeau van Sjoerd, op de tas in bedwang hield. Verder hing er nog een schoudertas om mijn nek, waarvan de band, doordat hij op zijn beurt op het gourmetstel steunde, tot mijn ellebogen was afgezakt. Ik ging ervan uit dat ik de situatie tot zo'n driehonderd meter voor mijn doel de baas zou kunnen blijven, maar weer bleek dat in het verleden behaalde resultaten voor de toekomst en het heden geen garantie bieden; ik hield het vol tot voor de fietsenstalling, waar ik, voordat ik met beleid afstapte, om te voorkomen dat mijn weekendtas (en de daaropliggende doos) zoals vaak is voorgekomen in de laatste fase van mijn rit toch nog van mijn fiets zou vallen, mijn schoudertas weer aan mijn lichaam hing.

Zo haalde ik, bepakt alsof ik in het ziekenhuis zou blijven wonen, kleding op en begaf ik mij naar de afdeling, waar ik mijn spullen in de overdrachtsruimte stalde. Na een gezellige dienst nam ik de weekendtas, het belangrijkste ingrediënt van mijn surprise en mijn schoudertas mee naar het station, waar ik een kaartje kocht en, anders dan de NS me had aangeraden, in de trein die via schiphol naar Amsterdam Centraal reed stapte en de grote tas onder stoelen en banken schoof, de plastic tasjes met het cadeau boven verstopte en mijn laptoptas naast me neerzette. Gelukkig kwam deze trein mooi op tijd in Sloterdijk aan waar ik vol goede moed met mijn weekend- en schoudertas in de trein naar Anna Paulowna stapte. Ik ging rustig zitten, keek naar mijn tassen en stond verschrikt weer op. Gourmetstel vergeten... Ik pakte mijn tassen weer op en liep naar het halletje, waar ik bij binnenkomst al een man en een vrouw met kinderwagen had zien staan. Ik stak mijn hoofd uit de deuropening en constateerde dat de trein over een minuut al zou vertrekken; tekort tijd om te kijken of de andere trein er nog was, wat overigens waarschijnlijk niet zo zou zijn geweest.

Toen ik mijn hoofd weer in de trein had teruggetrokken meldde ik mijn medereizigers welke stommiteit ik begaan had, waarop de man me vertelde dat het beste wat ik kon doen was, om naar de conducteurs op zoek te gaan, die achterin de trein zouden zitten, en hun vragen contact met de andere trein op te nemen. Zijn raad volgende liep ik de coupe door naar de volgende hal, waar ik een man met een witte NS-jas tegenkwam die juist van de bovenverdieping de trap af kwam. Voordat ik met spreken was begonnen zag ik dat het dezelfde man was als die mij zojuist raad gegeven had. Ik zei hem dat de jas me opgevallen was en vroeg hem of hij niet stiekem conducteur was. Hij zei van niet; hij telde alleen maar de mensen. Zo liepen we samen coupe na coupe naar achteren toe. Eerst hield hij deuren voor mij open, later, doordat hij wat achtergelaten consumptieverpakkingen in een vuilnisbakje stopte, haalde ik hem in en kreeg ik de gelegenheid om de deuren voor hem open te houden. Mijn overvolle tas vertraagde het proces doordat hij eigenlijk niet door de smalle deuropeningen heen paste. Aan het einde van de trein waren we nog geen ander NS-personeel tegen gekomen. Hij zei dat ze waarschijnlijk in de machinistenkamer zaten. Ik nam plaats in de achterste coupe. Na Zaandam liep de man weer langs en vertelde dat hij mij verkeerd had voorgelicht; ze zaten voorin de trein. Nadat hij me met volle mond (late lunch) had laten zeggen dat ik naar Anna Paulowna onderweg was zei hij dat ik in Alkmaar buitenlangs naar een conducteur kon gaan. Ik moest trouwens toch overstappen, want het achterste treindeel blijft in Alkmaar achter.

In Alkmaar stapte ik op een conductrice af, die me vroeg in de trein op haar te wachten.
"Wat heb je laten liggen?", vroeg ze. "Een gourmetstel", zei ik.
Na opgezocht te hebben welk nummer mijn vorige trein had belde ze op.
"Hallo, hier bij mij staat een jongen die in de vorige trein iets verloren is. Ik heb het nummer vast voor je opgezocht (...) Hij is zijn gourmetstel verloren, nouja, vergeten. Nou moet je niet lachen... het is bijna kerstmis! Dan heeft hij toch zijn gourmetstel nodig! Ga maar gauw zoeken. Je hebt tot Anna Paulowna, kwart voor vier dus, en je tijd gaat nu in!

Ondertussen waren we in Alkmaar Noord aangekomen, waar een meisje, nadat de trein stil was komen te staan, voor de deur ging staan wachten op wat er gebeuren zou. Er gebeurde niets; de deur ging niet open... Toen de trein alweer een tijdje aan het rijden was pakte ze haar mobieltje en ging ze SMS-en. De conductrice vroeg haar, toen de trein alweer halverwege Heerhugowaard was, of ze er in Alkmaar Noord uitgemoeten had. "Ja", zei ze en ze gaf aan verwonderd te zijn dat de deuren niet open waren gegaan. Daarop introduceerde de conductrice haar in het hoe en wat in een trein door te verwijzen naar de twee knopjes, voorzien van symbolen die niets te raden over laten, aan de linkerkant van de deur.

Toen mocht ik kiezen of ik haar mijn nummer zou geven zodat ze mij kon bellen als ze teruggebeld zou worden, of dat ik in Heerhugowaard met haar meeliep naar haar collegas en eersteklas ging zitten. Na mijn vraag of het feit dat ik eersteklas zou zitten geen nadelige gevolgen voor mij zou opleveren zei ze dat ze zich daar niet druk om zouden maken. Op station Heerhugowaard liepen we gezamelijk naar de eersteklas toe, waar we bij een mannelijke en een vrouwelijke collega van haar plaatsnamen. Ze praatten over de kerstpakketten. De man had zijn lotgenoten in Utrecht al met kerstpakketten, te herkennen aan de zilveren sterren aan de buitenkant, zien sjouwen, maar hij wist nog niet wat er allemaal inzat. Bij standplaats Den Helder, waar zij bij hoorden, waren ze nog niet zover.

Terwijl ik daar legaal midden tussen drie conducteurs eersteklas zat te zitten en te praten kreeg ik een lief SMS-gedichtje van het thuisfront, waardoor ik toch al een beetje met hun sinterklaas aan het vieren was. Helaas werd de vrouw naast mij niet teruggebeld voordat we in Anna Paulowna arriveerden. "Het ziet ernaar uit dat een corrupte conducteur je gourmetstel in beslag heeft genomen... Of een reiziger vond hem mooi natuurlijk, maar dat klinkt lang niet zo spectaculair. Je zou morgen of overmorgen nog naar het afhaalstation kunnen bellen, misschien gaat hij daar naartoe".

"Het was leuk met je kennis te maken, dokter Chiel" was het einde van onze kennismaking.



De volgende morgen veel te vroeg (nu ik een paar minuten van school woon is alles voor achten veel te vroeg) zat ik weer in de trein. Bij de kaartcontrole proef ik de herkenning in de ogen en de glimlach van de conducteur die mijn OV-kaart checkt. Wellicht dacht hij even aan de jongen die zijn gourmetstel verloor...

9 december 2006

Eerste stapjes in de medische wereld

Donderdag was het zover! Ik kon voor het eerst op mijn fiets naar het LUMC rijden om er te gaan werken in plaats van studeren, al weet ik niet wat leerzamer is. Als voorbereiding had ik nog even de stapel papier die ons tijdens de praktijkles aangereikt was doorgebladerd en alvast een degelijke avondmaaltijd naar binnen gewerkt.

Ik was mooi op tijd bij de kledingmachine, die me zonder problemen de juiste kleding gaf. Ik ging de herenkleedruimte in, die vol bleek te staan met hoge smalle kluisjes, waartussen ik me omkleedde. Ik ging de vorige ruimte weer binnen en liep langs een schoonmaakster naar de deur. Ik drukte de klink naar beneden en probeerde de deur open te duwen, maar hij gaf niet mee. Daarom liep ik terug naar de tweede ruimte, waar ik ook een deur gezien had, terwijl de schoonmaakster mij vroeg of de deur niet openging. Op dat moment had ik al door dat ik dom bezig was, maar ik antwoordde dat ik de andere deur zou nemen. Daar drukte ik op de knop naast de deur, waarna ik moeiteloos de ruimte verliet.

Vanaf dat moment was ik voor de mensen om mij heen niet meer een persoon zonder functie, zoals ik tot dan toe altijd geweest was, maar een deel van het personeel. Om kwart voor vijf 's middags gaan de liften een stuk sneller dan 's ochtends om 9 uur, dus ik was mooi op tijd op de achtste verhoging. Toen ik de gang inliep zag ik mijn collega, die ons zou gaan inwerken, al lopen en zij mij ook. Ze vertelde dat er al een medecollega was, maar dat zij zich nog even aan het omkleden was. Om vijf uur waren we met drie van de vier en begonnen we met het programma. Eerst vroegen we aan de verpleging na of de voedingslijst klopte, wat volgens mij zelden het geval is. Vaak staat op de lijst dat iemand geen warme maaltijd zou moeten krijgen, maar dat is dan alweer veranderd. De etenskarren waren al gereed, dus we begonnen gauw met het uitdelen van maaltijden aan de patiënten. Om half zes kwam de andere collega aan. Zij bleek het snijpracticum dat ik volgende week zal hebben net gehad te hebben. Een man die sinds kort blind is wilde liever een sneetje brood met boter en kaas, wat ik voor hem klaarmaakte en in kleine stukjes sneed.

Het is redelijk druk op de afdeling, waardoor het personeel pas laat kon gaan eten. Ze kunnen de warme maaltijden die over zijn eten, of brood met beleg, cup-a-soup en allerlei toetjes. Je kan ook in het restaurant wat eten gaan halen, wat wij hebben gedaan. Na het eten gingen we koffie en thee naar de patiënten brengen en na een uurtje haal je de bekers weer op. Toen gingen we op elkaar oefenen met bloeddruk meten, wat nog niet zo goed ging, omdat ik nog niet wist welk geluid de hartslag was.

Verder behoort het ook tot mijn taken om de keuken schoon te houden, wasemmers te legen en vuilniszakken te verversen. Het was erg gezellig, zowel met de collegas als met de patiënten.



De volgende dag ging ik voor het echie. Ik was weer mooi op tijd omgekleed (deze keer op de afdeling) en begon met de etenskarren. Het lijstje klopte weer niet helemaal en de maaltijden ook niet, want voor twee patiënten was er geen maaltijd gebracht. Gelukkig was er voor anderen, die sondevoeding krijgen, wel een maaltijd meegekomen, dus het viel allemaal op te lossen. Ook was er een vrouw, die die dag met spoed opgenomen was, die liever een paar beschuitjes at, en een jongen die te misselijk was voor een warme maaltijd, waardoor er, samen met de maaltijd die voor de arts meegebracht wordt, nog drie maaltijden voor het personeel. De arts eet zijn maaltijd meestal niet op. Ik dacht dat er geen brood meer was, maar toen het meeste personeel al gegeten had wist een verpleegkundige nog een bak te vinden.

Na de koffie mocht ik helpen met de metingen. Daarbij bleek dat de stethoscoop, waarmee we de dag ervoor hadden geoefend, de geluiden niet zo duidelijk doorgaf. Met een andere stethoscoop, die 6 keer zo goedkoop is, waren de tonen een stuk duidelijker te horen. De eerste twee metingen bleken na nameting goed te zijn! Vanaf nu word ik dus geacht bloeddruk te kunnen meten. De andere metingen: pols, temperatuur en saturatie/zuurstofgehalte zijn niet zo lastig. Bij saturatie hoef je alleen maar een klemmetje op iemand zijn wijsvinger te zetten en bij temperatuurmetingen gebruiken we een oorthermometer.

Een vader van een patiënte vertelde dat ik sprekend op zijn kleinzoon leek en beloofde om zondag, wanneer ik weer ingewerkt word, een foto mee te nemen.

Nadat ik koffie voor de overdracht had klaargezet en een praatje met een verpleger uit de nachtdienst had gemaakt en iedereen een goede avond gewenst had, ging ik naar beneden om mijn kleding weer in te leveren en naar huis.

30 november 2006

KNO-Praktijkles voor zwetsende Co-assistenten

Maandag kreeg ik samen met mijn collegas een mailtje van het afdelingshoofd dat we vanmorgen, donderdag, van negen tot twaalf een praktijkles op de afdeling zouden krijgen. Bij onze kennismakingsbespreking, twee weken geleden, waren we aangespoort om, na betaling van borg, kleding te gaan passen, zodat we tijdens ons werk in mooie witte kleren kunnen rondlopen. Ik wist niet of ik tijdens deze praktijkles ook al in het wit gekleed moest zijn, dus gisteren combineerde ik mijn boodschappenmoment met een zoektocht in het ziekenhuis.

De vorige keer, toen ik de borg ging betalen, had ik al ontdekt dat het best een groot ziekenhuis is, met veel misleidende bordjes... Ik moest toen tussen 11.30 en 12.30 naar hokje H0-62. Aan de linkerkant van het ziekenhuis kwam ik H-kamertjes tegen, dus daar begon ik met zoeken. Op een gegeven moment dacht ik in een tussengang H0-52 te zien, dus ik volgde de gang, waar de getallen opliepen: H0-53, H0-54...., H0-60, H0-61a, H0-61b, H0-61c... en daar kwam de gang uit op een grote gang met aan de rechterkant een C0-hokje. Ik loop nog even door naar links, tot ik weer bijna bij de hoofdingang ben. Dan loop ik weer terug, want daar had ik immers H0-bordjes gezien. Nu kom ik alleen nog maar een gang tegen die begint met C0-61c...

Toen ben ik naar de hoofdingang gelopen; vanaf de ingang zal afdeling H vast duidelijk aangegeven zijn. En inderdaad, direct aan de rechterkant is een H-gang met als eerste kamertje aan de linkerhand H0-62. Verder was het niet zo moeilijk. Even mijn naam op een formulier, veertig euro inleveren en een LUMC-stempel op het A-4tje, en dan ben ik gerechtigd om op een willekeurige dag tussen 13.30 en 14.30 bij hok C0-100 kleren te gaan passen...

Waar ik dan ook gisteren, met mijn boodschappentas in de hand, naar op zoek ben gegaan. C0-100 had ik vrij gauw gevonden. Ik stapte, na door een van de drie aanwezigen gewenkt te zijn, de ruimte binnen en zei waarvoor ik bij hun gekomen was. De drie mannen, wien wortels waarschijnlijk alledrie in verschillende niet Europese landen lagen, voerden samen een oppervlakkig gesprek in half verstaanbaar Nederlands. De man aan wie ik mijn pas en de brief met de stempel overhandigd had, vroeg wat mijn functie zou worden. Goede vraag. In een brief was mij gemeld dat ik als uurloner aangenomen zou worden, maar dat is niet echt een duidelijk omschreven functie... Daar werden ze niet wijzer van. Toen meldde ik dat ik eten zou gaan ronddelen enzo. De een mompelde iets over verpleging, terwijl de ander opmerkte dat ik student was. "Geef hem zo'n lange jas", besloot hij. De ander stemde in en liet mij hem naar de andere kant van een tussenwandje volgen. "Neem je tas ook maar mee" zei de man die mij de lange jas toegekend had. "Anders steel ik hem nog, hahaha".

Zo kwam het dat ik met mijn eigen jas en mijn (gelukkig niet gestolen) boodschappentas twee meter om het wandje heen liep waar de man die mij hielp een lange lange jas uit de rij lange jassen zocht. Toen ik de eerste jas die hij mij aanreikte aantrok kreeg ik een beklemmend gevoel om mijn borst... -Niet om het moment; het was immers een van de eerste keren dat ik "de witte jas" aantrok, niet om de plaats waar ik dat deed; met het ziekenhuis als symbool voor de plaats waar ik wellicht nog veel uren in zal ademhalen, ook niet de schroom om de verantwoordelijkheden die iemand, die zo'n uniform durft aan te trekken, over zich afroept te aanvaarden; nee, niets van dit eersteklas gezwets verwoord de beklemming die ik voelde...- Het was gewoon vanwege het simpele feit dat de jas die de beste man mij gegeven had een maatje te klein was.

De volgende voelde wat groot, maar dat kwam vast doordat ik zojuist een krappe aanhad gehad. Via de spiegel zag ik dat hij zogezegd als gegoten zat. Het was een (lange witte) jas met 2 verticale lijnen witte drukknoopjes, waarvan ik, wetende dat ik de jas gauw weer uit zou trekken, slechts de buitenste rij dichtgedrukt had. Het zag er strak uit, zeker in combinatie met mijn korte kapsel. Een beetje zoals een duitse wetenschapper er in de jaren veertig volgens mijn visuele geheugen uitziet. Maar ik had niet het idee dat de gemiddelde verpleger, laat staan een keukenhulp, wat nog het beste mijn functie omschrijft, in zo'n jas rondloopt. Maar als de mensen van de linnenkamer beweren dat ik het recht heb om dit tijdens mijn werk te dragen, dan heb ik daar uiteraard geen problemen mee.

Nadat ik deze jas weer aan de man die mij geholpen had angegeven had liepen we samen weer twee meter terug naar de andere kant van de afzetting, waar hij op de bureaustoel bij het beeldscherm plaatsnam en mijn maat en andere gegevens (waaronder mijn studentnummer zonder een 0 aan het begin) invoerde. Het geslacht stond automatisch op VROUWELIJK, maar nadat hij een "m" ingevoerd had veranderde dit in MANNELIJK.

De derde man zei voordat hij vertrok dat hij wegging, maar later nog terug zou komen. Een minuut later was hij er alweer, bewerende dat hij toch niet terug zou komen... Daarop pakte hij zijn tas, waarop de tweede man, die naar eigen zeggen een oogje op mijn boodschappentas had gehad, opmerkte dat hij die juist aan het verkopen was.

Nadat ik (als het goed is) goed in het kledingsysteem opgenomen was, vroeg de eerste mij of ik de kledingcentrale wist te vinden. Nadat ik negatief geantwoord had bood hij aan mij daar te introduceren, wat ik uiteraard niet afsloeg. Toen we bij de witte witte kledingcentrale aangekomen waren nodigde hij me uit mijn pas voor de kaartlezer te houden. Daarop had het beeldscherm geen antwoord. In ieder geval niet het antwoord dat we wilden. Hij vroeg of ik de tijd had en na mijn "ja" en zijn bewering dat hij het verkeerde nummer had ingevoerd liep hij met mijn pas in de hand weg. Na vijf minuten kwam hij weer terug en mocht ik het nog eens proberen. Deze keer wist het beeldscherm, aangespoord door de pas die ik voor de kaartlezer hield, verbazingwekkend goed bij mij het kledingstuk van mijn wens te schatten; zelfs de juiste maat wist hij feilloos te peilen. Omdat ik nog niet zou gaan werkte bedankte ik het beeldscherm vriendelijk voor de aangeboden kleding. Daarna vertelde de man me dat ik, als ik ooit de witte jas weer kwijt wil, hem in het gat in de muur kon stoppen. Dan zou het gat onderzoeken wat voor kledingstuk het is en hem vervolgens laten verdwijnen. Uiteraard zou ik wel eerst de zakken moeten controleren en eventueel ook leeghalen.

Daarna nam ik afscheid van de man, die me gedurende deze minuten begeleid had, terwijl hij me de gang naar de uitgang wees, die ik dan ook spoedig vond.

Nu kon ik dus vanmorgen voorbereid en degelijk gekleed naar mijn praktijkles, als ik D0-17 terug had kunnen vinden... Na vijf minuten gezocht te hebben (krappe planning) besloot ik me nog even van het personeel te distantiëren; mijn contract ging immers pas 1 december (morgen) in. Ik stapte in een lift, in de waan dat dit het liftencentrum was waarlangs ik al vaker op de juiste afdeling terecht was gekomen. De lift stopte op elke verdieping, ook op de zesde, terwijl daar niemand in of uitstapte, behalve op de zevende. Maar na een realistische opmerking van een medeliftgebruiker, die beweerde dat lopen sneller had gegaan, stapte ik dan toch samen met een man en een vrouw, die elkaar in de lift haddeh herkend, uit de cabine. Ik liep een andere kant op dan zij, maar nadat ik geconstateerd had dat ik omringd werd door C8-bordjes ben ik ze achterna gegaan. Gelukkig wisten zij afdeling J8 wel te vinden. Via een zigzaggende smalle witte gang kwam ik in bekend gebied aan.

Daar ging ik op zoek naar mijn collegas; ik was inmiddels al een paar minuten te laat... Ik zag ze snel aan een andere kant van een raam, waarop ik de ruimte binnenging. Onder het genot van een kopje thee begon de begeleidster haar verhaal te houden. Na vijf minuten verhuisden we naar de artsenkamer waar de artsen en verplegers een bespreking hadden gehad. We kregen van haar te horen waar we allemaal mee te maken zouden krijgen. We hadden het ook over de witte kledingstukken, die de anderen ook niet droegen en zelfs nog niet geregeld hadden... Ik zei dat ik die dag ervoor was gaan passen. Toen ze zei dat in principe je normale kleding niet onder je uniform uit mag komen meldde ik dat ik een mooie witte lange jas aangemeten had gekregen en dat ik toch wel graag een broek daaronderuit liet steken. Dan moest ik nog maar even teruggaan; ze hadden mij als Co-assistent ingeschat! Uiteraard was ik heel blij met dit compliment en mijn leuke (vrouwelijke) collegas konden er ook om lachen. Weinig eerstejaars studenten zijn gerechtigd om zo'n jas te dragen. Het zou de patiënten ook maar verwarren.

Om tien uur kwam de volgende vrouw ons uitleggen hoe alle meetapparatuur, die wij wellicht zouden gaan gebruiken werkte. Daarna mochten we elkaar doormeten. Temperatuur meten met een oorthermometer en het zuurstofgehalte meten is een fluitje van een cent, maar de bloeddruk meten met een stethoscoop is lastig. Vervolgens kwam de derde vrouw ons laten ondervinden hoe je iemand moet wassen en later mocht ik voor patiënt spelen. Ik lag op bed terwijl anderen mijn bed opmaakten. Ze mochten me niet op mijn rechterzijde draaien, omdat ik aan mijn rechteroor geopereerd was. Het was een gezellige bijeenkomst!

Morgen tentamen...

23 november 2006

Kruistocht met Ipod

Gisteravond zijn we met z'n vieren naar de bioscoop geweest. Sandra en ik hadden verzonnen dat we de film "Kruistocht in spijkerbroek" wel wilden zien. Ik heb als voorbereiding drie weken geleden het boek voor de tweede keer gelezen. Ik was behoorlijk veel vergeten, maar voor de film maakt dat niet zoveel uit. Vorige week kregen we van Duwo (mij verhuurder) allemaal een bioscoopbon dus dat kwam mooi uit. Ze vierden dat ze tien jaar geleden van Delft naar Den Haag waren getrokken, dus daarom kregen de huurders in Oegstgeest een cadeau:P

De bioscoop was een puinzooi. De vloer lag bezaaid met popcorn en andere rotzooi, maar er was toch genoeg ruimte voor de vijftien mensen die kwamen kijken.

De film is erg leuk en heeft hetzelfde thema als het boek, maar veel meer komen ze niet overeen. Belangrijke personen zijn weggelaten, andere personen zijn toegevoegd. Sommige bekende personages hebben een andere rol gekregen. De reden van vertrek is anders, en het slot komt totaal niet overeen. Verder hebben ze het verhaal uit 1974 natuurlijk naar 2006 vertaald, waardoor de Ipod ook een mooie rol krijgt.

Klaar voor de zomer!

Vandaag heb ik me er, na het al twee dagen en nog een paar weken uitgesteld te hebben, toch maar eens toe gezet: ik ben naar de kapper geweest. Voor het eerst in mijn leven... Ik had het vroeger al twee keer meegemaakt, maar toen keek ik alleen maar toe. Een keer met Elly, bart en Mandy mee, ergens in Kleine Sluis en een keer met Lennart mee aan de Nieuweweg.

En nu moest ik er zelf een zoeken; drie uur reizen voor de kapster in Anna Paulowna is me te gek. Nou bleek het gelukkig niet zo'n probleem te zijn om in Leiden een kapper te vinden. Tijdens het googleen vond ik er al tientallen... Dus, na Sandra gewaarschuwd te hebben dat ze straks niet vreemd op moest kijken als er een vreemde jongen door het huis liep, ben ik op mijn fietsje gestapt, op weg naar het centrum van Leiden. Ik meende me te herinneren tijdens de El-Cid een bord te hebben zien staan waar "heren" voor niet zo veel van hun haar ontdaan werden. Dat bleek de derde op de route te zijn, vlak voor de bioscoop, waar ik gisteravond was. Toen ik binnenstapte was de vorige klant, uit het tarief kon ik opmaken dat hij een 65-plusser was, al had ik hem dat niet gegeven, juist aan het afrekenen.

Ik mocht dus gelijk op een van de 5 lege stoelen plaatsnemen. De vijf stoelen voor wachtenden waren immers ook leeg. Terwijl de kapper mij aan het bekleden was vroeg hij mij wat hij moest doen... Daar had ik geen rekening mee gehouden. Ik had mijn hele leven dezelfde kapster gehad en zij had altijd wel zo'n beetje geweten wat er moest gebeuren. Daarbij kwam dat de grote hoeveelheid haar op mijn hoofd ook nog eens extra mogelijkheden, en dus ook reden tot twijfel gaf. Moest het lang blijven, of weer helemaal kort? "
"Er mag een flink stuk af, maar niet helemaal kort...".
"Oke, niet kaal dus" zei de kapper.
"Inderdaad" zei ik, terwijl ik bedacht dat het toch wel weer zou aangroeien.

Er is inderdaad een flink stuk vanaf en het is niet kaal, dus de kapper heeft gedaan wat ik vroeg. Voor sommigen zal het een feest van herkenning zijn, maar aan de mensen die ik intussen hier heb leren kennen zal ik me opnieuw moeten voorstellen.

21 november 2006

Nachtje Duitsland

Afgelopen zomervakantie zijn Joost, Anne Marij, Mark, Tera, Wouter, Hilde en ik direct na ons laatste examen op vakantie naar de Belgische Ardennen gegaan. Binnen deze vakantie gingen we eerst een nachtje naar Duitsland, waar we de nieuwe woonomgeving van onze mentrix kritisch hebben gekeurd. Ons oordeel was zo positief dat we het onszelf niet willen onthouden om de omgeving nog eens als winters landschap te aanschouwen. Uiteraard speelden die deutsche kuche und die algemeine gemütlichkeit ook mee.

Tsjah..., dan zit er niets anders op dan de geplande traditie aan te passen; namelijk niet pas na een jaar weer langs gaan, maar al na een half jaar. Dus tussen de laatste feestdagen van het jaar in, op 28 december, zullen we weer enkele auto's opeisen, antennes op het dak zetten en ons via bakkies communicerend over de slagaders van Nederland nach die Deutsche autobahn begeven. Ik/wij heb(ben) er zin in! En onze mentrix ook, das mooi meegenomen.

20 november 2006

Negativiteit overheerst

Na onze Mantouxtest afgelopen dinsdag, gingen we vrijdag met onze werkgroep weer naar het poortgebouw om de uitslag (wel of geen TBC) te laten controleren. Twee werkgroepgenotes waren erg zenuwachtig; het bultje dat bij de injectie ontstaan was was nog steeds duidelijk zichtbaar... Een andere werkgroepgenoot zat hen te stangen met de te ondernemen acties als ze TBC bleken te hebben: direct in een dwangbuis in een gesloten afdeling van een psychiatrische inrichting enzo... (al is een half jaar antibioticum en alcoholvrij, de realiteit geloof ik, al erg genoeg). Op mijn arm was overigens niets meer te zien, dus ik maakte me geen zorgen. De ongeruste meiden kwamen opgelucht weer terug; het gaat er niet om wat je ziet, maar wat je voelt. Ook bij mij wist de controleur in 2 seconden vast te stellen dat ik geen bultje had. Negatief dus. De stangende werkgroepgenoot ging als laatste...
Grensgeval, dus nog een Mantouxtest.

Vandaag was hij weer op controle: positief.

Dat betekent dat hij besmet is of al eens tegen tuberculose gevaccineerd is, maar dan had hij dat wel geweten...

Met een röntgenfoto moet nu bepaalt worden of hij longtuberculose heeft.

Pannenkoekhuiswerk

Voor afgelopen vrijdag werden we geacht een model mee naar de werkgroep te nemen. Het model moest duidelijk maken hoe een plat embryo veranderd in een 3D embryo, waarbij de dooierzak in tweeen gesplitst wordt. Mij leek het het best om dit met behulp van een pannenkoek, met teveel appelmoes als beleg, te visualiseren. Tijdens de lunch van donderdag ben ik dus druk beziggeweest met huiswerk maken. Eerst probeerde ik het met een grote pannenkoek. Dit gaf als probleem dat de appelmoes te netjes in de samengevouwen pannenkoek paste. De volgende pannenkoek, gemaakt met de kleinste pan, ging stukken beter, maar als je hem test kun je hem de volgende dag natuurlijk niet meer gebruiken... Daarna duurde het nog een hele tijd voordat ik een pannenkoek had gebakken die ik de volgende dag tijdens de werkgroep kon gebruiken. Dikke pannenkoeken worden te onbeweeglijk.

De volgende dag terwijl we naar onze werkgroep lopen blijken we onze blokcoördinator als werkgroepbegeleider te hebben. Slecht nieuws... In de hoorcolleges en het responsiecollege dat we eerder van hem gehad hebben kwamen we al achter zijn vreemde karakter. Er is slecht met hem te praten. Tot dit blok hadden we altijd nog relaxte werkgroepbegeleiders gehad. Daardoor was ik ervan uitgegaan dat het ons deze keer ook wel weer mee zou zitten. Ik begon nu dus ernstig te twijfelen of het wel zo verstandig was om mijn pannenkoekmodel te showen.

Na een niet zo nuttige werkgroep vol onbeantwoorde vragen van zijn kant (een combinatie van te moeilijke vragen en onvoorbereide studenten) gingen we over op de modellen. Er waren er vier, terwijl er veertien hadden moeten zijn...

"Chiel, heb jij een model mee?"

Ik had de eer als eerste mijn model te mogen tonen. Alle anatomieboeken, blokboeken en schrijfblokken aan de kant geveegd, bord op tafel, begon ik "je hebt dus een embryo...zo plat als een pannenkoek". Pannenkoek in de hand. "Aan deze kant zie je de amnionholte", ik leg hem met de amnionholtekant op het bord, "en aan deze kant de dooierzak", terwijl ik de pot appelmoes over de pannenkoek giet. Lachende mensen. "En dan vouwt het embryo zich aan deze kanten en aan deze kanten naar elkaar toe, waardoor de dooierzak zich splitst", zeg ik terwijl de appelmoes aan verschillende kanten uit de pannenembryokoek stroomt. Terwijl ik mijn vingers van de appelmoes ontdoe zegt de blokcoördinator: "en je houdt er nog wat aan over ook!". Het is goed gevallen!

Daarna lieten vier anderen nog vier keer hetzelfde papieren model zien. Die waren duidelijker, maar minder lekker...