22 april 2012

Vooruitgang in Kenia

Vanmiddag ben ik op de motor gestapt. Voor een week of twee ben ik op reis. Vanmiddag ben ik hier aangekomen, in de sloppenwijk Nyalenda in Kisumu, die ietwat dorps aandoet. John, de vader des huizes, heeft juist om de hoek een fles sterk aangeschaft. Zoon Edwin staat op een paraffinestoker de sukuma wiki kool en ugali (gekookte maïszetmeel) te bereiden. Zoon Fred en zijn vriend Hilary, de eigenaren van het bedrijf RedHill dat één van mijn producenten is, zijn onderweg hiernaartoe. Eerder al heb ik Fred en John in het dorp Tabaka bezocht. Daar hebben ze me laten zien hoe de speksteen die ze gebruiken met veel zweet in open mijnen uit de heuvels wordt gehouwen. Zelf heb ik toen ook een steen uit de massieve rots gewrikt. Bovendien hebben verschillende kunstenaars voor mijn ogen zulke stukken steen in beelden veranderd waarvan de precisie bewonderenswaardig is. 


Ook vandaag zal ik zulk werk bewonderen. Fred en Hilary hebben in Tabaka hard gewerkt om nieuwe producten te beeldhouwen. Het gaat om tafels en lampen. Zo meteen, als ze zijn aangekomen, zal ik een kangaroevormige tafel, een gorillavormige tafel, en een antilopevormige lamp bewonderen. Het kroonstuk is een nijlpaard dat uit een (gebeeldhouwd) flesje bier drinkt. Ik ben benieuwd. Mijn bedrijf GlocalPresents zal deze samen met hun bedrijf op de markt brengen. Morgen gaan we ermee naar het hotel Sunset, waar we ze al tentoon mogen stellen. Een nijlpaardvormige tafel staat daar al in de ontvangsthal. Bovendien heeft het bestuur van Sunset ons gevraagd een voorstel te schrijven met meer van deze kunstwerken voor de skybar. Die heeft trouwens een prachtig uitzicht over het Victoriameer.
Na dit zakenverblijf in Kisumu reis ik door naar Nairobi, waar ik dan bij de duurdere barren te leur ga met foto's van het drinkende nijlpaard. We zullen zien waar dit op uitdraait. Bovendien ben ik door de ambassadeur uitgenodigd om bij hem thuis donderdag de verjaardag van de vorige Koningin te vieren. Eens kijken of daar wat te netwerken valt. Na Nairobi rij ik naar centraal Kenia, naar het plaatsje Nanyuki. Daar ben ik uitgenodigd voor een bruiloft van een zwager van Emma. Emma is mijn eerste producent. In feite is ze verpleegkundige in een lokaal ziekenhuis waar ik voor mijn studie vorig jaar vijf dagen verbleven heb. Daar heeft ze een groep HIV-positieve moeders georganiseerd om producten te maken. Ik heb geen idee wie haar zwager is, maar dat was volgens haar geen probleem. Ze zij dat hij immers een groot hotel heeft, daar in Nanyuki, waar alle gasten gratis mogen overnachten. Het zal in ieder geval een mooie rit te worden, langs de Mount Kenya.

Het regenseizoen is begonnen. Dat betekent dat het vaak heel erg nat is, en dat er vrijwel altijd gelijktijdig heel weinig elektriciteit is. Het fijne is dat ik nu aan boeken lezen toekom. Interessant genoeg is zowel regen als droogte een legitieme reden om geen elektriciteit te hebben. Volgens David, één van mijn lokale vrienden, wordt de stroom tijdens regen en wind uitgezet, voor het geval een boom op de bedrading valt. Tijdens droogte hoeft er geen elektriciteit te zijn omdat er dan te weinig water in de stuwdammen zit. Maar dit proberen ze nu op te lossen door vulkanische warmte in elektriciteit om te zetten.


Ondanks dat mijn werk erg afhankelijk is van mijn laptop en telefoon, die nu dus geregeld even niet bruikbaar zijn, gaat het prima. Met name het zaterdagse project Hurinobuheri met minder draagkrachtige kinderen loopt lekker. Ze zijn blij met de educatie en de maaltijden die David, Christina en ik ze bieden. Het is ook duidelijk dat ze er met andere kinderen over praten, want iedere week komen er wel enkelen opdagen die niet bij ons bekend zijn. Ook worden David en Christina op straat door kinderen gevraagd of ze volgende zaterdag ook aan het project mee mogen doen. Zelfs ouders die aanvankelijk terughoudend waren proberen hun kind nu toch erbij te krijgen. Voordat het programma startte had Christina een vrouw al uitgenodigd om één van haar kinderen bij ons mee te laten doen, maar toen had ze afgehouden. Dezelfde vrouw vertelde later Caroline, één van de vrouwen die zaterdags komen koken en ook wekelijks mijn was doet, dat ze haar kind niet durfde te sturen omdat ze vermoedde dat wij duivelsaanbidders waren. Wellicht zouden we het kind voor onze duistere praktijken gebruiken.
 
Caroline zij toen tegen haar dat dat onzin was, omdat ze zelf immers ook haar kind bij ons liet. Nu ze toch bij ons aanklopte was Christina er niet happig op om haar tegemoet te komen. Zelf had ik er geen problemen mee, maar uiteindelijk is het kind niet toegelaten omdat ze al door een andere organisatie gesponsord wordt. De afgelopen maand hebben een paar mensen zich als donor aangeboden. Daardoor kunnen we nu met minder zorgen de zaterdagse bijeenkomsten voortzetten. Bovendien hebben we een fonds kunnen openen voor basisschool kinderen. Daarmee kunnen we voor behoorlijk wat kinderen voorkomen dat ze om financiële redenen uit de 'gratis' scholen gezet worden. Helaas kunnen we dit voor middelbare school kinderen niet doen, omdat die vele malen duurder zijn. Momenteel doen twee middelbare school kinderen met ons mee. Eén daarvan is een paar weken geleden uit school gezet.


De voorbereidingen voor de documentaire over een voor verkiezingsgeweld gevlucht gezin gaan goed. Er is genoeg geld binnen om Esther en Karlia, de filmmakers, naar Kenia te vliegen. Eind mei zullen ze daadwerkelijk aankomen en kan het echte werk beginnen. Nu proberen we nog voldoende bij elkaar te krijgen om alle betrokkenen, inclusief onszelf, een training te geven. Tijdens de training zullen we leren hoe we kunnen voorkomen dat wij en andere betrokkenen zelf een doelwit worden van mensen voor wie vrede niet de prioriteit heeft. Behalve de filmmakers komt eind mei ook een Amerikaanse fotografisch journalist bij me logeren, en in Juli een oud klasgenoot. Erg gezellig!


25 maart 2012

Mijn kleine bijdrage aan de wereldvrede

Door middel van dit schrijven wil ik u vertellen over één van de projecten waar ik in Kenia mee bezig ben. Ook geef ik een kijkje in het dagelijks leven van goede lokale vrienden van me, en in de minder mooie kanten van democratie. Dit is overigens een luchtig schrijven. Niet dat de inhoud luchtig is. Integendeel. Alleen de beschreven gebeurtenissen zijn al zoveel een deel van het leven van de mensen om me heen en worden zo vaak luchtig besproken dat de gruwelijkheid er als het ware vanaf geweekt is. Niet dat ze daarmee minder gruwelijk zijn. Dat zeker niet.

Vorig jaar, toen ik voor mijn Global Health afstudeeronderzoek Malaba bezocht, had ik de eer Christina en David te ontmoeten. Christina, altijd belust op contacten die haar wat op kunnen leveren, sprak me aan bij het ziekenhuis. Dezelfde dag nog liet ze me kennismaken met David, haar echtgenoot. Wat me direct opviel aan deze mensen was dat ze slim waren, ondernemend en een groot hart hadden. Maar ze waren arm. Zeer arm. Uit alles wat ik later over ze geleerd heb weet ik dat ze het beter gehad hebben tijdens de hoogste pieken van hun leven, en ook veel slechter tijdens de diepste dalen. Wat me aan hen aantrok was dat ze simpelweg door hun harde werken en hun grote hart toch altijd kans hadden gezien het leven van medemensen mooier, beter en aangenamer te maken. Zoals ik ze leerde kennen hadden ze een kleine bakkerij waar ze cake bakten. Soms, als ze wat geld of ingrediënten verzameld hadden, maakten ze voor de zondag extra veel cake, om de lokale kinderen een extraatje te kunnen geven. Helaas hebben ze de bakkerij voor onbepaalde tijd gesloten vanwege hogere suiker en tarwebloem prijzen.

Hun tweede handel is de productie van zeep. Een kennis uit Naivasha verkoopt hen de ingrediënten, die ze in een groot vat in de hoek van de slaapkamer samenvoegen. Na veel roeren en een nacht wachten maken ze zo 100 liter vloeibare zeep. Die proberen ze vooral aan de regeringskantoren te verkopen. Helaas duurt het altijd erg lang voordat regeringskantoren voor de geleverde zeep betalen. Daarbij komt dat Christina na levering wekelijks langs moet gaan om te verzekeren dat ze haar verkoop niet vergeten en uiteindelijk betalen. Bovendien komt het voor dat Christina een flink percentage van het bedrag vooraf aan de persoon die de dienst uitmaakt moet geven, om te betalen voor het feit dat bij haar besteld wordt, en niet bij de concurrentie. Door deze vertragingen en barrières zijn er vaak financiële gaten te vullen, wat Christina doet door langs de snelweg lopend aan voorbijgangers te verkopen. Ook gaat ze ermee langs scholen, waar ze met haar grote overredingskracht schoolhoofden overtuigt om zeep in plaats van geld aan te nemen, zodat een kind dat eigenlijk al weggestuurd is in school kan blijven. Zo offert ze geregeld een groot deel van haar handelskapitaal op aan het onderwijs van kinderen uit haar gemeenschap.

Een piek in hun leven was dat David zijn middelbare school gesponsord kreeg, vanuit Duitsland, nadat een brief van hem waarin hij een nier te koop aanbood wereldwijd aandacht kreeg. Deze brief bracht hem ook een Amerikaanse sponsor, die in Amerika voor hem een plek in een universiteit regelde. Helaas volgde daarop het dal, toen de sponsor overleed en David na 2 jaar universitair onderwijs naar Kenia terugkeerde.

Een stuk later in zijn leven kreeg hij een baan bij een internationale NGO in Naivasha, waar hij meewerkte aan een onderwijsproject voor kinderen die, net als hijzelf, in arme omstandigheden opgroeiden. Dit kwam abrupt ten einde toen er in december 2007 verkiezingen waren, waarbij 1000 mensen omkwamen en ook Christina, David en hun familie zich belaagd vonden.

Achteraf waren de geruchten niet van de lucht. Een jong kind van de andere stam had ze in de aanloop naar de verkiezingen al verteld hoe erg het hem speet dat Christina haar hoofd zou verliezen. Christina vroeg hem te stoppen zulke onzin uit te kramen, maar het kind onderbouwde zijn verwachting met de melding dat al duizenden hakmessen ingeslagen waren. Het doel was dat na de verkiezingen alleen mensen waarvan aangenomen kon worden dat ze op de president hadden gestemd nog zouden leven. Christina besloot het de ouderen van de andere stam te vragen, waarmee ze wekelijks samen in de kerk zat. De ouderen stelden haar gerust door te beweren dat het kind onzin had uitgekraamd. Het kind had de waarheid gesproken.

Op 26 januari 2008 (mijn 20ste verjaardag) zag David's oudste zoon, die buiten voor het huis stond, een grote groep mannen van de andere stam met hakmessen door de straat zijn kant op komen. Hij ging het huis binnen om de andere vijf leden van het gezin te waarschuwen. Daarop nam David het hangslot, en hing het aan de buitenkant van de deur, wat mogelijk was doordat er een gat in het raam zat. De dochter van de huurbaas, lid van de andere stam maar wel menselijk, was toevallig in de buurt. Door het hangslot dacht de groep gewapenden dat de deur van buiten afgesloten was, waardoor het waarschijnlijk leek dat het gezin al gevlucht was. Ze wilden graag in breken om dat wat ze konden gebruiken uit het huis te halen dan wel om te controleren dat David en Christina inderdaad niet thuis waren. De dochter van de huurbaas wist ze daarvan te weerhouden, zeggend dat ze op haar vader moesten wachten om de deur te openen, in plaats van het bezit van hun stamgenoot te slopen. Vreemd genoeg gingen de gewapende mannen hiermee akkoord. Ondertussen beleefden David, Christina en hun kinderen de spannendste momenten van hun leven, midden in het huis gezeten, waar ze woordelijk verstonden wat buiten bediscussieerd werd. Het buurjongetje en tevens een vriendje van David en Christina's jongste zoon, die water was gaan halen, beleefde toen de laatste momenten van zijn leven.

Dankzij de standvastigheid van de dochter van de huurbaas, mobiele telefonie en een reddingsactie van bevriende militairen via de achtertuin heeft dit gezin deze verkiezingen overleefd. Maar de volgende verkiezingen zullen binnen een jaar alweer plaats vinden. (De hoge heren zijn het nog niet eens over de datum.) Veel mensen beweren dat Kenianen door de rampzalige gevolgen van de vorige verkiezingen nu wijzer zijn geworden. Maar de mensen die David en Christina toen belaagden lopen vrij rond. David en Christina komen ze zelfs geregeld tegen in hun nieuwe woonplaats, waar ze naartoe gevlucht zijn. Ook de geruchten zijn er weer. En het is aannemelijk dat als de verkiezingen inderdaad weer op geweld uitdraaien, men deze keer niet met hakmessen aan de slag gaat, maar met geweren. Laatst werden aan de Oegandese grens 2 containers 'schroot' onderschept. Volgens de papieren waren de wapens van de Verenigde Naties en onderweg naar India. Maar de VN zou dat toch wel van tevoren aangekondigd hebben, en ze niet als schroot transporteren.

Maar dit laat ik natuurlijk niet zomaar gebeuren. In een ijdele poging om ook maar iets aan de wereldvrede bij te dragen werk ik momenteel samen met filmmakers en antropologen Esther Maagdenberg en Karlia Campbell aan een documentaire. De documentaire zal gaan over Christina en David en de mooie dingen die ze doen. De bedoeling is om hem voor de verkiezingen uit te laten komen, als een herinnering aan hoe het niet moet en een voorbeeld van hoe het wel kan. Wellicht gaat het zijdelings ook over de vier Kenianen die in Den Haag terecht zullen staan om uit te zoeken in hoeverre het afgelopen geweld door hun georganiseerd is. Twee van hen maken kans om president te worden en houden nu door het hele land bidbijeenkomsten om te voorkomen dat ze schuldig bevonden worden.

Om deze documentaire te maken verzamelen we momenteel geld. Dit doen we via deze website waar u het promo filmpje kunt bekijken en een donatie kunt doen. Ook hebben we er een Facebook pagina aan besteed. Als u Facebookt, dan kunt u ons al steunen door de pagina te liken en te sharen. Mijn bedrijf GlocalPresents doet natuurlijk ook zijn best om dit project te steunen. Daarom heeft GlocalPresents deze weken meerdere acties, waarbij de winst volledig aan verschillende mooie doelen besteed wordt. Momenteel zijn zowel een scala aan handtassen als handgehouwen schaakspellen in de aanbieding. Mocht u besluiten te kopen, dan steunt u daarmee de documentaire, ruim 40 (wees)kinderen, en de producenten. Meer details over hoe de winst verdeeld wordt leest u op de GlocalPresents website.


In ieder geval bedankt voor uw interesse in mijn doen en laten.

26 februari 2012

Afgestudeerd

Het is een goede anderhalf jaar geleden dat ik voor het laatst op deze manier van me heb laten horen. Mogelijk kreeg u het idee dat de 'man van de wereld' rust had gevonden. Niets is minder waar. Tijdens de Midden-Oosten reis, waarbij ik enkele weken in een Palestijns vluchtelingenkamp woonde, was ik lang genoeg bevrijd van de medische wereld om te kunnen bezinnen over wat ik nu eigenlijk wilde. Bijna als vanzelf vond ik me na een nacht vol gedachten in één van de internetcafés van het vluchtelingenkamp, waar ik enkele uren lang vervolgopleidingen zocht die mij als geneeskundestudent mogelijk welkom zouden heten. Van drie geselecteerde opleidingen werd het Global Health in Maastricht, omdat die zich nog net in Nederland bevond. Dat was toentertijd financieel nog erg gunstig.

Global Health was fantastisch. Eindelijk hoefde ik me niet voortdurend met medische zaken bezig te houden, maar werd ik gestimuleerd om onderwerpen te bestuderen waar ik tijdens geneeskunde wel interesse in, maar nooit tijd voor had gehad. Ook bood Global Health perspectief op een internationale baan die veel minder op één locatie vastgepind zou zijn dan ik als arts kon verwachten. De tijd vloog voorbij, zo erg genoot ik van de studie, de nieuwe mensen om me heen en de internationale contacten. Internationaal waren zowel mijn medestudenten als de couchsurfers die meer dan ooit tevoren bij me over de vloer kwamen. Juist voordat de studie begon te vervelen sloten we het gezamenlijke gedeelte af met een twee weken in India. Aansluitend vloog ik naar Kenia om mijn afstudeeronderzoek uit te voeren.

Ik had me voorgenomen om in de voorgeschreven drie en een halve maand het onderzoek af te ronden, zodat ik netjes binnen het jaar af zou studeren. De verwachting was dat ik op Kenia dan wel uitgekeken zou zijn, dus aansluitend zou ik rustig aan naar Europa terug reizen. Mogelijk zou ik de lange route naar huis nemen, via zuid en west Afrika, en mogelijk zou ik ergens blijven hangen, net waar ik een leuk project tegen zou komen. Het liep anders. Kenia bleek vrijwel direct een heel prettig land te zijn. Al gauw had ik lokale vrienden, wat tijdens 2 maanden Mali niet was gelukt. Ook het politieke klimaat was aangenaam, met een recent aangenomen vernieuwende grondwet, ogenschijnlijk veel ruimte voor persvrijheid en een actieve opgeleide bevolking. Ik proefde een sfeer van hoop, het gevoel dat de situatie gauw beter zal worden, wat in Europa juist niet het geval was. Ook ging er nog voldoende mis, waardoor er nog zo lekker veel te verbeteren valt.

De mogelijkheden dienden zich achter elkaar aan. De kranten stonden vol met vacatures voor interessante organisaties waar mijn opleiding me op voorbereid had. Ik stuurde 5 brieven uit. Toen kwam de realisatie dat dit geen goede keuze was. Na vanaf de peuterschool al deze jaren onderwijs doorlopen te hebben was nu dan eindelijk het moment daar dat ik niet terug naar Nederland hoefde om in de collegebanken plaats te nemen. Zeker had ik relatief veel vrijheid genoten de afgelopen jaren. Maar vrijheid was verslavend gebleken. Nu tegen het einde van mijn studie was de ultieme vrijheid eindelijk in zicht. Waarom zou ik dat inperken door een contract te tekenen en me aan een bedrijf of organisatie te ketenen? Ik had immers geen studieschuld en nog wel een voorraad geld. Ik had geen relatie en een hoofd vol ideeën. Ik besloot de kans te genieten en te freestylen zolang mijn financiële reserves het toelieten.

In dezelfde periode had ik in één van de plattelandsziekenhuizen waar ik onderzoek deed zuster Emma leren kennen. Zij hield zich bezig met de zorg voor HIV-positieve vrouwen. In het kleine ziekenhuis waar ze werkte waren helaas ruim 5000 HIV-patiënten geregistreerd. Behalve dat Emma hen ontving wanneer ze voor controle en behandeling kwamen, organiseerde ze ook ondersteuningsbijeenkomsten, waar wekelijks rond de 15 vrouwen bijeen kwamen om over hun ziekte te leren, problemen te bespreken en elkaar te steunen. Voor één van deze groepen had ze een aantal producten gevonden die deze dames konden produceren. Op deze manier probeerden ze geld te verdienen, waarmee ze hun gezinnen konden onderhouden en de door de ziekte veroorzaakte kosten konden dekken. Emma liet me de producten zien. Veel van de producten werden vervaardigd uit bananenbladeren, leer en gras, maar ook uit doek en metaal. Ondanks dat de meeste spullen er goed uitzagen kocht ik niets. Kort vroeg ik me af of ik mensen kende die deze producten van hun zouden kunnen kopen, maar al gauw verliet het mijn gedachten.

Pas toen ik met vriendin Faith en haar vrienden de Thika watervallen bezocht kwamen Emma en haar initiatief weer boven. Twee Amerikanen vulden ons gezelschap aan, waarvan Paula, een 50+ accountant die op zoek naar een 2e jeugd was, me vertelde over haar idee om Keniaanse handgemaakte producten in Amerika te verkopen. Terwijl ik haar over Emma vertelde bedacht ik me dat ook ik zo'n contact had. In Kiev in Oekraïne had ik twee maal bij Lena en Natasja gelogeerd. Zij hadden me toen ingewijd tot hun webshop, waarmee ze vooral in hun eigen land spullen uit India verkochten. Het project van Paula is (nog) niet van de grond gekomen, maar mijn bedrijf is erdoor ontstaan. Lena en Natasja waren geinteresseerd, en na een maand of twee voorbereiden was daadwerkelijk de eerste bestelling binnen. De doos kwam zowaar nog aan ook, zij het met vier weken vertraging ergens tussen Italië en Oekraïne. Ondertussen dacht ik al groot. Al gauw had ik meer dan twintig producenten op SMS-afstand verzameld, en kort nadat mijn advocaat GlocalPresents geregistreerd had stond de bijpassende website (.com) ook op mijn naam. Daar zijn nu een kleine honderd producten te vinden, inclusief enkele vervaardigd door de bovengenoemde vrouwen. Klinkt misschien veel, maar het is slechts een klein deel van de producten die als foto op mijn laptop hun beurt afwachten.

Deze en andere projecten waar ik later wellicht dieper op in ga maakten dat ik voorlopig Kenia als mijn thuisland zie, en daar nu na een verlengd kerstbezoek aan West-Europa naar teruggekeerd ben. Gisteren heb ik me in Busia gevestigd, waar ik nu een twee kamer appartement huur. Met het huidige bestedingspatroon en de niet minder geworden financiële steun van mijn ouders kan ik het nog wel een half jaartje uitzitten, maar de hoop is dat het geld voor die tijd al binnenstroomt. De producenten hopen met me mee.

Neem gerust een kijkje op GlocalPresents.com, en voor de lutheranen onder ons ook op LutheranArt.com.