30 november 2006

KNO-Praktijkles voor zwetsende Co-assistenten

Maandag kreeg ik samen met mijn collegas een mailtje van het afdelingshoofd dat we vanmorgen, donderdag, van negen tot twaalf een praktijkles op de afdeling zouden krijgen. Bij onze kennismakingsbespreking, twee weken geleden, waren we aangespoort om, na betaling van borg, kleding te gaan passen, zodat we tijdens ons werk in mooie witte kleren kunnen rondlopen. Ik wist niet of ik tijdens deze praktijkles ook al in het wit gekleed moest zijn, dus gisteren combineerde ik mijn boodschappenmoment met een zoektocht in het ziekenhuis.

De vorige keer, toen ik de borg ging betalen, had ik al ontdekt dat het best een groot ziekenhuis is, met veel misleidende bordjes... Ik moest toen tussen 11.30 en 12.30 naar hokje H0-62. Aan de linkerkant van het ziekenhuis kwam ik H-kamertjes tegen, dus daar begon ik met zoeken. Op een gegeven moment dacht ik in een tussengang H0-52 te zien, dus ik volgde de gang, waar de getallen opliepen: H0-53, H0-54...., H0-60, H0-61a, H0-61b, H0-61c... en daar kwam de gang uit op een grote gang met aan de rechterkant een C0-hokje. Ik loop nog even door naar links, tot ik weer bijna bij de hoofdingang ben. Dan loop ik weer terug, want daar had ik immers H0-bordjes gezien. Nu kom ik alleen nog maar een gang tegen die begint met C0-61c...

Toen ben ik naar de hoofdingang gelopen; vanaf de ingang zal afdeling H vast duidelijk aangegeven zijn. En inderdaad, direct aan de rechterkant is een H-gang met als eerste kamertje aan de linkerhand H0-62. Verder was het niet zo moeilijk. Even mijn naam op een formulier, veertig euro inleveren en een LUMC-stempel op het A-4tje, en dan ben ik gerechtigd om op een willekeurige dag tussen 13.30 en 14.30 bij hok C0-100 kleren te gaan passen...

Waar ik dan ook gisteren, met mijn boodschappentas in de hand, naar op zoek ben gegaan. C0-100 had ik vrij gauw gevonden. Ik stapte, na door een van de drie aanwezigen gewenkt te zijn, de ruimte binnen en zei waarvoor ik bij hun gekomen was. De drie mannen, wien wortels waarschijnlijk alledrie in verschillende niet Europese landen lagen, voerden samen een oppervlakkig gesprek in half verstaanbaar Nederlands. De man aan wie ik mijn pas en de brief met de stempel overhandigd had, vroeg wat mijn functie zou worden. Goede vraag. In een brief was mij gemeld dat ik als uurloner aangenomen zou worden, maar dat is niet echt een duidelijk omschreven functie... Daar werden ze niet wijzer van. Toen meldde ik dat ik eten zou gaan ronddelen enzo. De een mompelde iets over verpleging, terwijl de ander opmerkte dat ik student was. "Geef hem zo'n lange jas", besloot hij. De ander stemde in en liet mij hem naar de andere kant van een tussenwandje volgen. "Neem je tas ook maar mee" zei de man die mij de lange jas toegekend had. "Anders steel ik hem nog, hahaha".

Zo kwam het dat ik met mijn eigen jas en mijn (gelukkig niet gestolen) boodschappentas twee meter om het wandje heen liep waar de man die mij hielp een lange lange jas uit de rij lange jassen zocht. Toen ik de eerste jas die hij mij aanreikte aantrok kreeg ik een beklemmend gevoel om mijn borst... -Niet om het moment; het was immers een van de eerste keren dat ik "de witte jas" aantrok, niet om de plaats waar ik dat deed; met het ziekenhuis als symbool voor de plaats waar ik wellicht nog veel uren in zal ademhalen, ook niet de schroom om de verantwoordelijkheden die iemand, die zo'n uniform durft aan te trekken, over zich afroept te aanvaarden; nee, niets van dit eersteklas gezwets verwoord de beklemming die ik voelde...- Het was gewoon vanwege het simpele feit dat de jas die de beste man mij gegeven had een maatje te klein was.

De volgende voelde wat groot, maar dat kwam vast doordat ik zojuist een krappe aanhad gehad. Via de spiegel zag ik dat hij zogezegd als gegoten zat. Het was een (lange witte) jas met 2 verticale lijnen witte drukknoopjes, waarvan ik, wetende dat ik de jas gauw weer uit zou trekken, slechts de buitenste rij dichtgedrukt had. Het zag er strak uit, zeker in combinatie met mijn korte kapsel. Een beetje zoals een duitse wetenschapper er in de jaren veertig volgens mijn visuele geheugen uitziet. Maar ik had niet het idee dat de gemiddelde verpleger, laat staan een keukenhulp, wat nog het beste mijn functie omschrijft, in zo'n jas rondloopt. Maar als de mensen van de linnenkamer beweren dat ik het recht heb om dit tijdens mijn werk te dragen, dan heb ik daar uiteraard geen problemen mee.

Nadat ik deze jas weer aan de man die mij geholpen had angegeven had liepen we samen weer twee meter terug naar de andere kant van de afzetting, waar hij op de bureaustoel bij het beeldscherm plaatsnam en mijn maat en andere gegevens (waaronder mijn studentnummer zonder een 0 aan het begin) invoerde. Het geslacht stond automatisch op VROUWELIJK, maar nadat hij een "m" ingevoerd had veranderde dit in MANNELIJK.

De derde man zei voordat hij vertrok dat hij wegging, maar later nog terug zou komen. Een minuut later was hij er alweer, bewerende dat hij toch niet terug zou komen... Daarop pakte hij zijn tas, waarop de tweede man, die naar eigen zeggen een oogje op mijn boodschappentas had gehad, opmerkte dat hij die juist aan het verkopen was.

Nadat ik (als het goed is) goed in het kledingsysteem opgenomen was, vroeg de eerste mij of ik de kledingcentrale wist te vinden. Nadat ik negatief geantwoord had bood hij aan mij daar te introduceren, wat ik uiteraard niet afsloeg. Toen we bij de witte witte kledingcentrale aangekomen waren nodigde hij me uit mijn pas voor de kaartlezer te houden. Daarop had het beeldscherm geen antwoord. In ieder geval niet het antwoord dat we wilden. Hij vroeg of ik de tijd had en na mijn "ja" en zijn bewering dat hij het verkeerde nummer had ingevoerd liep hij met mijn pas in de hand weg. Na vijf minuten kwam hij weer terug en mocht ik het nog eens proberen. Deze keer wist het beeldscherm, aangespoord door de pas die ik voor de kaartlezer hield, verbazingwekkend goed bij mij het kledingstuk van mijn wens te schatten; zelfs de juiste maat wist hij feilloos te peilen. Omdat ik nog niet zou gaan werkte bedankte ik het beeldscherm vriendelijk voor de aangeboden kleding. Daarna vertelde de man me dat ik, als ik ooit de witte jas weer kwijt wil, hem in het gat in de muur kon stoppen. Dan zou het gat onderzoeken wat voor kledingstuk het is en hem vervolgens laten verdwijnen. Uiteraard zou ik wel eerst de zakken moeten controleren en eventueel ook leeghalen.

Daarna nam ik afscheid van de man, die me gedurende deze minuten begeleid had, terwijl hij me de gang naar de uitgang wees, die ik dan ook spoedig vond.

Nu kon ik dus vanmorgen voorbereid en degelijk gekleed naar mijn praktijkles, als ik D0-17 terug had kunnen vinden... Na vijf minuten gezocht te hebben (krappe planning) besloot ik me nog even van het personeel te distantiëren; mijn contract ging immers pas 1 december (morgen) in. Ik stapte in een lift, in de waan dat dit het liftencentrum was waarlangs ik al vaker op de juiste afdeling terecht was gekomen. De lift stopte op elke verdieping, ook op de zesde, terwijl daar niemand in of uitstapte, behalve op de zevende. Maar na een realistische opmerking van een medeliftgebruiker, die beweerde dat lopen sneller had gegaan, stapte ik dan toch samen met een man en een vrouw, die elkaar in de lift haddeh herkend, uit de cabine. Ik liep een andere kant op dan zij, maar nadat ik geconstateerd had dat ik omringd werd door C8-bordjes ben ik ze achterna gegaan. Gelukkig wisten zij afdeling J8 wel te vinden. Via een zigzaggende smalle witte gang kwam ik in bekend gebied aan.

Daar ging ik op zoek naar mijn collegas; ik was inmiddels al een paar minuten te laat... Ik zag ze snel aan een andere kant van een raam, waarop ik de ruimte binnenging. Onder het genot van een kopje thee begon de begeleidster haar verhaal te houden. Na vijf minuten verhuisden we naar de artsenkamer waar de artsen en verplegers een bespreking hadden gehad. We kregen van haar te horen waar we allemaal mee te maken zouden krijgen. We hadden het ook over de witte kledingstukken, die de anderen ook niet droegen en zelfs nog niet geregeld hadden... Ik zei dat ik die dag ervoor was gaan passen. Toen ze zei dat in principe je normale kleding niet onder je uniform uit mag komen meldde ik dat ik een mooie witte lange jas aangemeten had gekregen en dat ik toch wel graag een broek daaronderuit liet steken. Dan moest ik nog maar even teruggaan; ze hadden mij als Co-assistent ingeschat! Uiteraard was ik heel blij met dit compliment en mijn leuke (vrouwelijke) collegas konden er ook om lachen. Weinig eerstejaars studenten zijn gerechtigd om zo'n jas te dragen. Het zou de patiënten ook maar verwarren.

Om tien uur kwam de volgende vrouw ons uitleggen hoe alle meetapparatuur, die wij wellicht zouden gaan gebruiken werkte. Daarna mochten we elkaar doormeten. Temperatuur meten met een oorthermometer en het zuurstofgehalte meten is een fluitje van een cent, maar de bloeddruk meten met een stethoscoop is lastig. Vervolgens kwam de derde vrouw ons laten ondervinden hoe je iemand moet wassen en later mocht ik voor patiënt spelen. Ik lag op bed terwijl anderen mijn bed opmaakten. Ze mochten me niet op mijn rechterzijde draaien, omdat ik aan mijn rechteroor geopereerd was. Het was een gezellige bijeenkomst!

Morgen tentamen...

23 november 2006

Kruistocht met Ipod

Gisteravond zijn we met z'n vieren naar de bioscoop geweest. Sandra en ik hadden verzonnen dat we de film "Kruistocht in spijkerbroek" wel wilden zien. Ik heb als voorbereiding drie weken geleden het boek voor de tweede keer gelezen. Ik was behoorlijk veel vergeten, maar voor de film maakt dat niet zoveel uit. Vorige week kregen we van Duwo (mij verhuurder) allemaal een bioscoopbon dus dat kwam mooi uit. Ze vierden dat ze tien jaar geleden van Delft naar Den Haag waren getrokken, dus daarom kregen de huurders in Oegstgeest een cadeau:P

De bioscoop was een puinzooi. De vloer lag bezaaid met popcorn en andere rotzooi, maar er was toch genoeg ruimte voor de vijftien mensen die kwamen kijken.

De film is erg leuk en heeft hetzelfde thema als het boek, maar veel meer komen ze niet overeen. Belangrijke personen zijn weggelaten, andere personen zijn toegevoegd. Sommige bekende personages hebben een andere rol gekregen. De reden van vertrek is anders, en het slot komt totaal niet overeen. Verder hebben ze het verhaal uit 1974 natuurlijk naar 2006 vertaald, waardoor de Ipod ook een mooie rol krijgt.

Klaar voor de zomer!

Vandaag heb ik me er, na het al twee dagen en nog een paar weken uitgesteld te hebben, toch maar eens toe gezet: ik ben naar de kapper geweest. Voor het eerst in mijn leven... Ik had het vroeger al twee keer meegemaakt, maar toen keek ik alleen maar toe. Een keer met Elly, bart en Mandy mee, ergens in Kleine Sluis en een keer met Lennart mee aan de Nieuweweg.

En nu moest ik er zelf een zoeken; drie uur reizen voor de kapster in Anna Paulowna is me te gek. Nou bleek het gelukkig niet zo'n probleem te zijn om in Leiden een kapper te vinden. Tijdens het googleen vond ik er al tientallen... Dus, na Sandra gewaarschuwd te hebben dat ze straks niet vreemd op moest kijken als er een vreemde jongen door het huis liep, ben ik op mijn fietsje gestapt, op weg naar het centrum van Leiden. Ik meende me te herinneren tijdens de El-Cid een bord te hebben zien staan waar "heren" voor niet zo veel van hun haar ontdaan werden. Dat bleek de derde op de route te zijn, vlak voor de bioscoop, waar ik gisteravond was. Toen ik binnenstapte was de vorige klant, uit het tarief kon ik opmaken dat hij een 65-plusser was, al had ik hem dat niet gegeven, juist aan het afrekenen.

Ik mocht dus gelijk op een van de 5 lege stoelen plaatsnemen. De vijf stoelen voor wachtenden waren immers ook leeg. Terwijl de kapper mij aan het bekleden was vroeg hij mij wat hij moest doen... Daar had ik geen rekening mee gehouden. Ik had mijn hele leven dezelfde kapster gehad en zij had altijd wel zo'n beetje geweten wat er moest gebeuren. Daarbij kwam dat de grote hoeveelheid haar op mijn hoofd ook nog eens extra mogelijkheden, en dus ook reden tot twijfel gaf. Moest het lang blijven, of weer helemaal kort? "
"Er mag een flink stuk af, maar niet helemaal kort...".
"Oke, niet kaal dus" zei de kapper.
"Inderdaad" zei ik, terwijl ik bedacht dat het toch wel weer zou aangroeien.

Er is inderdaad een flink stuk vanaf en het is niet kaal, dus de kapper heeft gedaan wat ik vroeg. Voor sommigen zal het een feest van herkenning zijn, maar aan de mensen die ik intussen hier heb leren kennen zal ik me opnieuw moeten voorstellen.

21 november 2006

Nachtje Duitsland

Afgelopen zomervakantie zijn Joost, Anne Marij, Mark, Tera, Wouter, Hilde en ik direct na ons laatste examen op vakantie naar de Belgische Ardennen gegaan. Binnen deze vakantie gingen we eerst een nachtje naar Duitsland, waar we de nieuwe woonomgeving van onze mentrix kritisch hebben gekeurd. Ons oordeel was zo positief dat we het onszelf niet willen onthouden om de omgeving nog eens als winters landschap te aanschouwen. Uiteraard speelden die deutsche kuche und die algemeine gemütlichkeit ook mee.

Tsjah..., dan zit er niets anders op dan de geplande traditie aan te passen; namelijk niet pas na een jaar weer langs gaan, maar al na een half jaar. Dus tussen de laatste feestdagen van het jaar in, op 28 december, zullen we weer enkele auto's opeisen, antennes op het dak zetten en ons via bakkies communicerend over de slagaders van Nederland nach die Deutsche autobahn begeven. Ik/wij heb(ben) er zin in! En onze mentrix ook, das mooi meegenomen.

20 november 2006

Negativiteit overheerst

Na onze Mantouxtest afgelopen dinsdag, gingen we vrijdag met onze werkgroep weer naar het poortgebouw om de uitslag (wel of geen TBC) te laten controleren. Twee werkgroepgenotes waren erg zenuwachtig; het bultje dat bij de injectie ontstaan was was nog steeds duidelijk zichtbaar... Een andere werkgroepgenoot zat hen te stangen met de te ondernemen acties als ze TBC bleken te hebben: direct in een dwangbuis in een gesloten afdeling van een psychiatrische inrichting enzo... (al is een half jaar antibioticum en alcoholvrij, de realiteit geloof ik, al erg genoeg). Op mijn arm was overigens niets meer te zien, dus ik maakte me geen zorgen. De ongeruste meiden kwamen opgelucht weer terug; het gaat er niet om wat je ziet, maar wat je voelt. Ook bij mij wist de controleur in 2 seconden vast te stellen dat ik geen bultje had. Negatief dus. De stangende werkgroepgenoot ging als laatste...
Grensgeval, dus nog een Mantouxtest.

Vandaag was hij weer op controle: positief.

Dat betekent dat hij besmet is of al eens tegen tuberculose gevaccineerd is, maar dan had hij dat wel geweten...

Met een röntgenfoto moet nu bepaalt worden of hij longtuberculose heeft.

Pannenkoekhuiswerk

Voor afgelopen vrijdag werden we geacht een model mee naar de werkgroep te nemen. Het model moest duidelijk maken hoe een plat embryo veranderd in een 3D embryo, waarbij de dooierzak in tweeen gesplitst wordt. Mij leek het het best om dit met behulp van een pannenkoek, met teveel appelmoes als beleg, te visualiseren. Tijdens de lunch van donderdag ben ik dus druk beziggeweest met huiswerk maken. Eerst probeerde ik het met een grote pannenkoek. Dit gaf als probleem dat de appelmoes te netjes in de samengevouwen pannenkoek paste. De volgende pannenkoek, gemaakt met de kleinste pan, ging stukken beter, maar als je hem test kun je hem de volgende dag natuurlijk niet meer gebruiken... Daarna duurde het nog een hele tijd voordat ik een pannenkoek had gebakken die ik de volgende dag tijdens de werkgroep kon gebruiken. Dikke pannenkoeken worden te onbeweeglijk.

De volgende dag terwijl we naar onze werkgroep lopen blijken we onze blokcoördinator als werkgroepbegeleider te hebben. Slecht nieuws... In de hoorcolleges en het responsiecollege dat we eerder van hem gehad hebben kwamen we al achter zijn vreemde karakter. Er is slecht met hem te praten. Tot dit blok hadden we altijd nog relaxte werkgroepbegeleiders gehad. Daardoor was ik ervan uitgegaan dat het ons deze keer ook wel weer mee zou zitten. Ik begon nu dus ernstig te twijfelen of het wel zo verstandig was om mijn pannenkoekmodel te showen.

Na een niet zo nuttige werkgroep vol onbeantwoorde vragen van zijn kant (een combinatie van te moeilijke vragen en onvoorbereide studenten) gingen we over op de modellen. Er waren er vier, terwijl er veertien hadden moeten zijn...

"Chiel, heb jij een model mee?"

Ik had de eer als eerste mijn model te mogen tonen. Alle anatomieboeken, blokboeken en schrijfblokken aan de kant geveegd, bord op tafel, begon ik "je hebt dus een embryo...zo plat als een pannenkoek". Pannenkoek in de hand. "Aan deze kant zie je de amnionholte", ik leg hem met de amnionholtekant op het bord, "en aan deze kant de dooierzak", terwijl ik de pot appelmoes over de pannenkoek giet. Lachende mensen. "En dan vouwt het embryo zich aan deze kanten en aan deze kanten naar elkaar toe, waardoor de dooierzak zich splitst", zeg ik terwijl de appelmoes aan verschillende kanten uit de pannenembryokoek stroomt. Terwijl ik mijn vingers van de appelmoes ontdoe zegt de blokcoördinator: "en je houdt er nog wat aan over ook!". Het is goed gevallen!

Daarna lieten vier anderen nog vier keer hetzelfde papieren model zien. Die waren duidelijker, maar minder lekker...