17 mei 2008

Een weekendje Brussel

Van het weekend ging ik naar Brussel. Na een tentamen was ik wel toe aan een vakantietje en stapte ik in de trein naar Den Haag Hollands Spoor. Bij uitzondering hingen de antwoorden van het tentamen al bij de uitgang, waar dan ook een groep studenten zenuwachtig hun antwoorden stond te vergelijken en over hun cijfer speculeerde. Ik fietste naar het ziekenhuis waar ik Cherryl tegenkwam, waarna ik met haar naar Den Haag Hollands Spoor meereed, waar ik enkele minuten later de trein naar Brussel pakte. Aan de andere kant van het gangpad zat een veertigjarige blanke vrouw met tegenover haar een twintigjarig donker meisje, waar schuin tegenover een Franssprekende afrikaan. De vrouwen hoorden bij elkaar, al sprak de jongere ook met de afrikaan. Ik vroeg me af wat hun samen in de trein bracht. De oudere deed me denken aan een lerares Frans, maar dat was ze niet. Ze deelden, op verzoek van de jongere, een klein flesje wijn, die een student langs kwam brengen. Op Brussel Centraal volgde ik ze naar de uitgang van het van buitenaf zo klein lijkende station.

In de trein had ik al aardig trek gekregen. Eenmaal buiten het station begon ik dan ook direct naar eten te zoeken. Eigenlijk had ik trek in fastfood, zoals ik tijdens twee dagen van oost Roemenie naar west Oekraïne reizen enorm trek had in pizza en uiteindelijk een gelegenheid vond. Daar moest ik echter wel de ingrediënten helemaal zelf kiezen, wat tot een bijzondere combinatie leidde. Bij het station vond ik niets. Ik had ook geen idee welke kant ik op moest om in het centrum te komen. Na een half uur besloot ik dan ook de bus naar mijn gastheer te nemen, welke in twintig minuten allerlei geschikte sandwicheries en andere eettentjes aan me voorbij liet gaan, totdat ik via een van de lanen van Leopold, met aan weerszijden bomen in volle bloesem (die gast had smaak) bij mijn bushalte werd afgezet, op dertig meter afstand van waar ik drie nachten zou verblijven. Eerst zocht ik toch nog met succes wat te eten, wat ik toch maar in het Nederlands bestelde. Terwijl de dame achter de toonbank de eerste aan me gaf bestelde ik gelijk een tweede. Niet omdat hij te klein was, maar juist omdat het de moeite waard was en twee zeker voldoende zou zijn voor een gehele maaltijd.

Buiten op een bankje at ik ze op, waarna ik me naar de Avenue Milcamps begaf. Daar deed Baudouin open. De kleine gezette Belg wandelde voor me uit zijn woon/werk/rommelkamer in. Op een ronde tafel stonden, onder een grote berg spullen vier generaties schrijfmachines met bovenop de berg een oprolbaar toetsenbord. Het deed me denken aan het van buiten prachtige huis van Ivan in Kroatië, waar binnen ook geen centimeter onbenut gelaten was. Het hol van een schrijver. Van een alleenstaande man. Het had ook van een student kunnen zijn. Hij beloofde me de bus naar het centrum te laten zien, maar na mij met het kortere matras gefotografeerd te hebben ging hij eerst wat koken. Het werden gamba’s met een groentepakket en zoetzure saus uit de supermarkt; een nieuw gerecht, zoals hij vertelde. Het was goed te eten, ondanks dat mijn maag heftig protesteerde sinds ik die twee stukken stokbrood in de leegte had gegooid.

Na een paar happen had hij voldoende en bracht hij me naar de juiste bushalte, waar juist een bus stopte die me naar De Brouckerie bracht. Daar vond ik mijn weg naar de beurs en “Het grote plein”, waartussen een schilder, zoals ik die twaalf jaar terug al in Parijs had gezien, met spatels mystieke landschappen schilderde. Rustig en zelfbewust alsof hij alleen op zijn kamer zit, terwijl tientallen mensen zijn handelingen nauwlettend in de gaten houden . Na onder toeziend oog van veel publiek weer een kunstwerk gemaakt te hebben werd deze onder luid applaus door de vrouw die het hele proces gefilmd had voor twintig euro gekocht, waarna hij nog enkele schilderijen van de hand deed.

Eenmaal op het grote plein dacht ik me de straat richting Manneken Pis te herinneren, maar ik kon hem niet vinden. De volgende dag bleek het de straat ernaast te zijn. Hierna zat ik nog even tussen de trapzitters voor het beursgebouw, me afvragend wat zij daar te zoeken hadden. Goed, van de bierdrinkende mannen bovenaan de ladder wist ik het wel, net als de zigeuners onderaan, maar de jonge vrouwen aan weerszijden van mij, beiden druk met hun mobiele telefoon? Na tien minuten kwam een landloper met een mooie beweging zeer spontaan, al veterstrikkend, naast het meisje rechts van me zitten, die daarop direct opstond en links van de trap ging staan. Toen ook het meisje aan mijn andere zijde vertrok ging ik er ook maar vandoor. De bus bracht me weer thuis, waar Baudy nog wat zat te typen, totdat hij meldde naar bed te gaan.

De volgende morgen had ik om tien uur een interview. Een Belgische had me in haar beste Nederlands gemaild of ze mij over couchsurfing mocht interviewen. Dat leek me wel een keer grappig. Toen ik dus om vijf over tien wakker werd, kleedde ik me gauw aan poetste mijn tanden. Om kwart over tien stond ze samen met een vriendin/medestudent met Baudouin te praten. Na de camera en geluidsapparatuur opgebouwd te hebben stelde ze eerst mijn gastheer enkele vragen. Hierna werd ik geïnstrueerd dat ik in het Nederlands mijn verhaal mocht houden. Ik vertelde over mijn al doorgemaakte ervaringen elders, de gecensureerde versie van wat ik van Baudouin vond en de Italiaan, die bij mij op visite was en eigenlijk uit Iran komt. Hierna werden nog wat shotjes van ons geschoten alsof hij mij door de buurt rondleidt en hoe ik bij hem aanbel en naar binnen gelaten word.

Ondertussen bleek dat deze meiden naar het centrum zullen gaan, waar een van hen woont en ze nodigen me uit om mee te rijden. Dit gemak bevalt me natuurlijk wel en even later zit ik dan ook bij hun in de auto, waarmee ze me direct een gedwongen toeristisch rondje door Brussel laten gaan. Hierna zit ik op haar kamer mijn glaasje water te drinken en gaan we alweer op stap om een brunch te scoren. Onder het genot van een goed belegd broodje komt een derde journaliste in wording naar me toe en keert me direct haar wang toe. Op dat moment was ik nog zo slecht geïntegreerd dat ik geen idee had wat ik hier mee aan moest, maar dat werd me direct duidelijk gemaakt.

Na afgesproken te hebben elkaar later op de dag te ontmoeten baan ik mijn weg door het centrum, waarbij ik, naast vijf keer Manneken Pis en acht keer het grote plein het chocolade museum bezoek, wat erg smakelijk was. Tussendoor moet ik nog even op de foto met een van de duizenden Chinezen en andere Aziaten, die ik nauwelijks kan duidelijk maken dat ik helemaal geen Belg ben, tot het moment dat ik ge-smst word of ik niet op het grote plein een ijsje wil komen eten. Dat lijkt me duidelijk. Even later zit ik dan ook met die drie meiden naast de beurs te genieten, terwijl mijn buurvrouw een mitraillette eet. Die samenstelling verwonderde me zo dat ik 's avonds, na nog twee uur gelopen te hebben, een drankje gekocht te hebben, bij M. Pis weer door hen te zijn afgehaald en anderhalf uur door de stad te zijn rondgereden, op de maat van de Spice Girls:s, ook zo'n ding bestelde en bij haar thuis het broodje, belegd met gebakken uien, hamburger, ketchup, sla, patat en nog meer ketchup opat. Best smakelijk! Hierna aten we nog spaghetti en dronken we, zoals die middag voorspeld, een kleine hoeveelheid Wodka en water en namen we onze behoorlijk overeenkomende muzieksmaken door. Toen een huisgenote mij een wang toekeerde wist ik wat me te doen stond en gaf haar een Belgische kus. Oorspronkelijk was het plan om nog een nachtdoos (vrij vertaald uit het Frans) op te zoeken, maar rond twaalven kwamen ze erachter dat ze de volgende (zon)dag weer voor school op stap moesten, waarop een van hen me naar de juiste bus bracht. Als ze morgen naar de bioscoop zouden gaan zou ik het horen. Toen ik thuis was was Baudouin dat nog niet, maar even later kwam hij.

De volgende morgen wandelde ik door het mooie weer langs het onafhankelijkheidsmonument naar een metro, die me naar het Atomium bracht, waar ik toerist speelde en een, ter gelegenheid van het vijftig jaar geleden zijn van de wereldexpo, uit bierkratten opgebouwd paviljoen bezocht. Vandaar wandelde ik in drie uur terug naar waar ze me die heerlijke mitraillette verkocht hadden en ik er nu nog een bestelde. Terwijl ik deze zal op te eten kwam een jongen schuin tegenover me zitten. "Bon apetit", zei ik. "Et toi aussi", antwoordde hij. "Kom je uit Brussel?", vroeg hij. "Nee, uit Nederland". "Hmmm, ik wilde vragen of je weet waar een goede bar is", zei hij terwijl een meisje tegenover hem en naast mij neervlijde. Toevallig hadden die Belgen me gisteren op de bar bij Manneken Pis gewezen, voor het geval dat ik goed Belgisch bier wilde drinken. Een half uur later bestelden wij daar een Kwak en zij een ander biertje, waar ze, eenmaal geserveerd, natuurlijk direct spijt van kreeg. Kwak drink je alleen al om het glas te mogen heffen. Verder is het ook gewoon een lekker biertje, waarbij de laatste slok er letterlijk inkwakt. Deze mensen bleken uit New York te komen, maar niet uit de stad, en even in Parijs te studeren. In deze week vakantie vonden ze gelegenheid om Brussel te bezoeken, al hadden ze de Eiffel toren nog niet beklommen. Tijdens deze twee uurtjes ontving ik een sms die vertelde dat de bioscoop niet doorging, maar dat zag ik op dat moment niet als een probleem.

Hierna vond ik mijn weg naar huis weer, waar ik nog even sociaal contact met mijn gastheer had, die alvast gedag zei, aangezien half zeven opstaan voor toch een beetje vroeg zou zijn.

Die volgende morgen bracht de trein me weer terug naar waar ik vandaan kwam en begon ik aan de laatste drie weken van mijn tweede jaar in Leiden.