11 maart 2007

Terug naar Oegstgeest

Maria had voor me geregeld dat ik in Brasov op de bus kon stappen, in plaats van in Boekarest. Daardoor hoefde ik niet om vijf uur 's ochtends in Boekarest te zijn, maar pas om half acht op het busstation in Brasov. Om kwart voor zeven liep ik met mijn weekendtas met wieltjes de piatra Mare uit, naar een winkel die altijd open is. Daar kocht ik twee bananen en verslavende chocoladekoekjes, die de dag niet overleefd hebben. Daarna stapte ik in de taxi die daar voor de deur stond, die me netjes bij het station afzette. Mijn bus zou om acht uur aankomen; nog drie kwartier te gaan. Ik bracht de tijd ontbijtend en ronddwalend door. Bij het vertrek van de bus naar Spanje sloeg een achterblijvende moeder een kruisje. Toen de bus naar Germana, Belgia en Olanda klaarstond kocht ik van mijn laatste briefjes nog een Roemeense specialiteit, die ik in de bus op at.

De bus vertrok samen met de vijf andere bussen naar Duitsland en de twee naar Frankrijk richting Hongarije. Doordat er vanaf hier eigenlijk maar een weg naar het westen gaat, reden we eerst achter elkaar aan, terwijl onze bus, die immers het verst van allen moest, de anderen inhaalde, en bleven we tot in Oostenrijk een aantal van dezelfde bussen tegenkomen. Ik zat naast een vrouw die haar twee dochters in brussel ging opzoeken. Het was voorjaar; de lucht was stralend blauw en het was lekker warm. De besneeuwde toppen lichtten op in de felle zon. Bij een van de stops stond een jonge man bij een kraampje cassetebandjes, CD's en DVD's te verkopen, terwijl grote boxen Roemeense hits de lucht in bliezen. Die wilde ik natuurlijk wel hebben, dus ik vroeg hem om die CD. Direct zet hij de CD-speler uit en doet de CD in het beschadigde hoesje. De plotselinge stilte doet de omstanders opkijken, maar na het geld ontvangen te hebben pakt hij een andere CD en is de leegte weer gevuld.

We namen een andere route, waardoor we twee extra haltes hadden, en veel langer onderweg waren. Ik las "De co-assistent" uit tijdens de twee uur die we aan de Roemeens-Hongaarse grens stonden, waar onze paspoorten na een uur wachten twee keer binnen een kwartier gecontroleerd werden. Het is toch een grens binnen de EU? Om half een 's ochtends waren we Roemeniƫ uit, na zestien-en-een-half uur, terwijl het op de heenweg zeven uur geduurd had vanaf de grens. De volgende stop was bij de Hongaars-Oostenrijkse grens.


In Frankfurt zag ik iemand uit de bus die mij qua uiterlijk een Nederlander leek. Toch bleek het een Roemeen te zijn, maar wel met een vriendin uit Woerden. Dat was al zo sinds 1995, dus hij sprak al behoorlijk Nederlands. Hij vroeg me of ik van koffie hield, terwijl hij me een frisdrankfles met zwarte inhoud voorhield. "Nee, dankje", zei ik. "Maar hoe houdt je dat warm, in die fles?" "Het is koud", zegt hij. "Koud of warm, koffie is koffie..." "Mwah, daar is mijn vader het niet mee eens...". Dan liever nog met de magnetron opgewarmd, lijkt me.

Van Brussel tot Utrecht sprak ik nog een Roemeense, die rechter wil worden, die als prijs gewonnen had dat ze op eigen kosten twee weken in Brussel mocht studeren, maar eerst ging ze een weekje haar vriend in Amsterdam opzoeken.

In Utrecht was het nog steeds een rotzooi bij de roltrap, en het was nog steeds druk in de hal. Ik kon geen trein naar Leiden vinden. Die bleek er ook niet te zijn, dus na twintig minuten verdwaasd door de mensenstromen gelopen te hebben stap ik in de trein naar Den Haag centraal. Daar kom ik een collegastudent tegen, die nog een week zorgstage voor de boeg heeft. Samen zoeken we de trein naar Leiden, die al op ons staat te wachten. Vanaf het station loop ik in een klein halfuurtje, daar draai ik nu mijn hand niet meer voor om, naar huis, waar ik pannenkoeken bak en nadenk over het volgende reisdoel. Het is verslavend...

Geen opmerkingen: