10 juni 2008

Parijs

Zondag ging ik samen met Joost naar Parijs. We namen 's ochtends de trein naar Brussel, waar we half twee aankwamen. Na mijn ervaringen afgelopen weekend keek ik al de hele week uit naar een lekkere vette mitraillette van de luxe snackbar naasthet beursgebouw. Daar liepen we dan ook direct op af. Hij beviel Joost ook goed. Hierna deden we gauw een klein rondje Brussel en dronken we een onder andere een Kwakje naast Manneken Pis waar ik die zondag daarvoor twee New Yorkers in een van de Belgische specialiteiten geintroduceerd had. Redelijk nuchter zochten we onze thalys op en bestegen we de sauna. In onze coupe was de airco kapot, wat ons ertoe bracht zoveel mogelijk uit te trekken.

Zonder tussenstop werden we naar Parijs noord gebracht, waar we al na een uur openbaar vervoerkaarten geregeld hadden, die van maandag tot zondag geldig zouden zijn. De metro bracht ons bij de universiteitscampus. We hadden trek en besloten binnen te gaan kijken. Bij de brasserie vonden we friet met vis, die we voor een studentenprijsje konden kopen. Het grasveld hierachter was gevuld met internationale studenten, die van het zonnetje zaten te genieten, een enkeling waterpijpend.

De tram bracht ons bij "Port de Versailles" waar we zouden overnachten. Camille had ons al ge-smsd waar we bleven. Ze zat verstandig samen met een vriendin op ons te wachten, totdat we beneden op haar bel drukten en, na binnengelaten te zijn, met de trap vier verdiepingen hoger bereikten. Het was een mooi appartement met een woonkamertje, een slaapkamer van dezelfde grootte, een kleine keuken en een krap badkamertje. Na een portie spaghetti, die veel op die in Brussel leek, gingen we, langs haar bloemenboetiek lopend, op stap naar de metro die ons naar een district bracht waar de meiden leuke cafe's kenden. Binnen dronken we monaco's en bier en spraken we de algemene dingen door, waarna we alweer terug gingen om met z'n vieren bij haar thuis te slapen.

De volgende morgen ging de vriendin naar haar werk en wij op zoek naar het Malinese consulaat om een visum voor mij te regelen. Daar binnen stond een grote groep Afrikanen bij een bali te dringen, wat mij even deed vrezen dat ik daar ook tussen moest staan wachten, maar gelukkig was naast die bali nog een hokje die zich met de visa bezig hield. Camille stapte er direct op af tot haar verteld werd dat ze eerst een nummertje moest trekken en daarvoor werden we naar de rij ernaast verwezen. Ik sloot achteraan aan vanwaar ik zag dat op aan de bali kartonnetjes met nummertjes erop geschreven uitgedeeld werden. Al gauw bleek dat ik een ander nummertje moest trekken, uit een apparaat die voorbij de voorsten van de groep mensen stond opgesteld, die op kartonnen nummertjes stonden te wachten. Een vrouw uit de rij was zo vriendelijk een nummertje aan mij door te passen, waarmee we weer naar ons loket gingen, waar bleek dat het nummer dat ik getroffen had al sinds voordat ik de ruimte binnengekomen was opgeroepen werd... Was dit al Afrika?

Hierna bezochten we de grote begraafplaats, dat al bijna op een dorp leek, en liepen we richting de Notre Dame, waar Camille ons verliet om een feestje te organiseren, waarvan achteraf bleek dat die ter ere van onze aanwezigheid gevierd werd. Zelf bezochten we die kathedraal en de Champs Elysees vanaf het Louvre tot aan de Arc, tot het tijd was om het feestje op te zoeken. Ze heeft gezellige vrienden, die wel van onder andere een drankje houden, wat onze degelijke gastvrouw veranderde in een dronken, stonede meid, die we, alvorens de glazen op te ruimen, naar bed begeleidden. Hiervoor (en misschien ook wel met dit erbij) hadden we een zeer geslaagde avond, waarbij we wat Parijse slang leerden, wat de volgende dag in de supermarkt erg van pas kwam.

's Ochtends vroeg moest Camille weer, niet geheel fris en fruitig, maar knap dat ze er stond, werken. Het was een regenachtige dag, wat bovenop de fideltoren, in de rij staand voor de lift, omdat de trap vanaf de tweede verdieping niet gebruikt mag worden, tussen een overschot aan Japanse meisjes in schooluniformen met veel te koude rokjes, maar al te goed te merken was. Toch ben ik blij dat ik bovenop geweest ben, want dat was de vorige keer, een jaar of tien geleden, niet gelukt. Na dit uitzicht lieten we ons naar de Sacre Coeur rijden, waar we met moeite een paar illegale foto's hebben kunnen maken, alvorens allebij door een Senegalees gestrikt te worden met een paar draadjes, waar ze vervolgens met een gulle lach 20 euro voor vragen. We betaalden minder voor het armbandje.

Tsjah, wat zullen we nu eens gaan doen... Een zonnetje maakt het allemaal toch iets gemakkelijker. We kijken op de kaart en zien dat Camille Place d'Italie nog heeft aangekruist. Daar zitten veel leuke restaurants, had ze gezegd. Ik keek wel uit naar een Italiaanse pizza, dus daar gingen we naar op zoek; een zeer geslaagd idee. Het mooiste was nog de replica van een vriendin van me in Roemenie die naast ons zat. Zo kom je de persoon die je het minst verwacht zomaar tegen... Na dit smakelijke maal deden we nog een hardloopwedstrijdje bij dat rare vierkanten ding van de defensie, waar we keken of Joost er sneller overheen, met trappen en hindernissen, als ik er omheen kon (ook met hindernissen, anders had ik natuurlijk gewonnen). Daarna nog even het Hilton binnengedrongen.

's Avonds maakten we, na boodschappen bij het Louvre, een lekkere hutspot met spekjes voor Camille; een maaltijd die je bijna overal kunt maken. Hierna sms-de ik de New Yorker die ik vorig weekend in Brussel was tegengekomen, om de volgende dag om 12.00 onder de Arc de Triomph af te spreken. Daar gingen we woensdag, na uitgeslapen te hebben, dan ook naartoe. Om drie voor twaalf stopte onze metro bij de ster van Charles de Gaulle, waarvandaan we enigszins haastend naar het midden van de rotonde probeerden te komen. Onder de weg daarnaartoe (er is gelukkig een tunnel), kom je dan de vriendin van je huisgenoot tegen, waar je afgelopen pinkpop samen mee naar concerten hebt staan luisteren; je hoort in Parijs sowieso te veel Nederlanders, maar daar hoorden we zelf natuurlijk ook bij. Onder de triomfboog geen Amerikaan.

Omdat we eigenlijk alles wel gezien hebben zitten we in het Luxembourg park een tijdje het werktempo van een franse palmbomenplaatser te bewonderen, waarna we naar de universiteit lopen, om daar twee uur te wachten om erachter te komen dat we door de weeks ergens anders in het gebouw een maaltijd kunnen kopen. Deze eten we op tijdens een gesprek met een fransman, die beweert dat de Nederlandse vrouwen veel beter/minder arrogant zijn dan de franse. Hij zou er binnenkort wel eentje komen halen. Later op de avond dronken we met Camille en drie van haar vriendinnen, waarvan er een juist terugkwam van een stage aan het Bajkalmeer, ver weg in Rusland, nog een biercocktail. Een goede afsluiting van een geslaagde vakantie.

De volgende morgen met de trein naar Den Haag en Anna Paulowna, vanwaar ik met de bij Camille gekochte plant naar de verjaardag van mijn zus liep.

Geen opmerkingen: